Home

maryam h'madounEconome, moslima en activiste Maryam H’madoun strijdt al jaren voor vrouwenrechten en tegen het hoofddoekverbod -dat in Gent mogelijk zal sneuvelen. “Wat is de waarde die je hecht aan diversiteit in een samenleving als je prioriteit is om de ander onzichtbaar te maken en te beperken tot de huiskamer?”

Je hebt net je doctoraat in de economie behaald aan de UA. Welke factoren hebben ertoe bijgedragen dat je het gehaald hebt?

“Er bestaat geen wondermiddel. Er zijn verschillende factoren geweest die maakten dat ik het geluk had om er te geraken. Ondanks mijn goede resultaten was de lagere school overleven voor mij al een hele prestatie (lacht). In het middelbaar word je met een andere realiteit geconfronteerd. Je ziet medeleerlingen met dezelfde achtergrond al snel ‘sneuvelen’. De eerste drie jaar in het lager onderwijs zat ik op een concentratieschool met vooral Marokkaanse kinderen. In het vierde leerjaar ben ik naar een witte middenklasse school gegaan en dat was voor mij het moeilijkste jaar uit mijn leven.”

Waarom die keuze?

“Ik had mijn moeder overtuigd om mij naar een school in Borgerhout te sturen om bij mijn vriendinnetjes uit de buurt in de klas te kunnen zitten, maar ik werd daar uiteindelijk niet aanvaard omdat die school toen net evenveel Marokkaanse leerlingen had als blanke kinderen en dat evenwicht niet wilde verstoren. Ik wou daar eigenlijk heel graag naartoe en had daarom mijn moeder ervan overtuigd dat de uitstekende concentratieschool waar ik zat toch niet zo goed was. Uiteindelijk werd ik naar een school in Deurne gestuurd. Een volledig witte middenklasse school. Ik heb achteraf mijn les geleerd.

“Het was een heel confronterende ervaring. Ik werd voor het eerst een Marokkaans kindje terwijl ik daar voordien nog nooit bij had stil gestaan want tot dan zat ik in een school met bijna uitsluitend Marokkaanse kinderen. Ook in mijn wijk in Borgerhout was ik niet anders dan andere kinderen, gezien daar ook heel wat Marokkanen wonen.

“In Borgerhout was ik gewoon een kind. In mijn nieuwe school in Deurne was ik Marokkaanse. Ik kwam ook van een buurt waar we allemaal even gelukkig en welgesteld waren en plots zat ik in een school waar iedereen veel meer had en je zag dat ook bij de kinderen, die allemaal spullen en kleren van merken hadden en dergelijke. Merknamen die ik ervoor zelfs niet kende. Buiten het feit dat ik besefte dat ik heel anders was en tot een minderheid behoorde, kreeg ik ook het gevoel dat ik minder was als mens. Dat werd me in de eerste weken heel duidelijk gemaakt door de medeleerlingen op de nieuwe school.”

Ben je uiteindelijk uit die school vertrokken?

“Ik ben gebleven. Ik moest, maar ik heb me leren aanpassen, gedeisd houden. Als kind was ik me helemaal niet bewust van de keuzes die ik op die manier maakte. De dominante cultuur was zo sterk dat ik me daar niet tegen kon afzetten om mezelf te kunnen zijn. Om te overleven moest je je daarin inschrijven en erkennen dat al wat wit en rijk is, beter is dan de rest. Vooral omdat het ook zo werd uitgedragen door de leerkrachten. Ik hoorde, zag of herkende nergens iets van mezelf, dus moest het wel slecht zijn. Als kind is dat iets wat je onbewust doet. Je probeert “blank” te zijn, niet op te vallen en mee te doen om geen negatieve aandacht te trekken. Je wil vooral kind zijn en erbij horen.”

Is er een moment van rebellie geweest?

“Ik was de enige Marokkaanse in mijn klas. Rond mijn veertiende kwam er nog een andere Marokkaanse die trots was op haar identiteit. Toen ik zag hoe zij werd aangevallen op haar cultureel anders zijn, haar afkomst en haar levenskeuzes, toen werd het voor mij duidelijk dat mijn cultuur als minderwaardig werd beschouwd.

“Ik had mezelf wijsgemaakt dat ik aanvaard werd als Marokkaanse, als iemand die uit Borgerhout kwam, maar na die ervaring viel mijn frank. Ik was aanvaard omdat ze mij zagen als iemand zoals hen en niet als de persoon die ik was. Het was voor mij een verlichtend moment. Ik durfde wel nog niet opkomen voor haar of voor mezelf want ik dacht: “Ik moet nog een aantal jaren in deze school zien te overleven”. Ik voel me daar nog steeds schuldig over maar ik wist op dat moment dat ik er helemaal alleen voor zou staan. Het jaar nadien was dat Marokkaanse meisje weg. Het is toen dat iets in mij is gebroken. Ik ging naar school en deed mijn best maar er was een breuk, een afstand tussen mij en de rest. Ik werd me steeds meer bewust van wie ik was en was daar nu fier op. Ik stopte met al wat anders was aan mij te verbergen omdat ik zonder het te beseffen was gaan geloven dat er iets mis mee was.

“Ik was overtuigd dat het klopte. Dat er echt iets schortte aan heel de situatie. Ik hoefde mij niet te schamen om ergens bij te horen of om niet aangevallen te worden. Dit was dankzij dat Marokkaanse meisje. De leerkrachten en de exclusieve schoolcultuur hadden haar gekraakt, gebroken omdat ze anders was. Dit zien was voor mij genoeg om te beseffen dat ik mij hiertegen moest verzetten. Ik kon het niet meer negeren.”

Hoe geef je op zo een jonge leeftijd invulling aan die nieuwe identiteit?

“Voor mij begon het toen pas. Het is niet dat ik op mijn vijftiende opeens een andere identiteit had. Ik besefte wel dat ik mij in iets had ingeschreven waarin ik mij niet thuis voelde. Ik ben toen beginnen lezen en zoeken over de islam, Marokko, Palestina,… Allerlei thema’s die te maken hadden met mijn leefwereld. Ik begon mij erin te verdiepen om die beter te begrijpen want ik besefte dat veel van deze dingen deel uitmaakten van wie ik was. Het is iets wat jaren heeft geduurd en ik ben er nog steeds mee bezig. Je identeit dat is niet iets dat vaststaat. Als mens blijven we constant aan onszelf werken. Het belangrijkste voor mij was op zoek gaan naar mezelf, de persoon die ik wilde zijn en niet een identiteit aannemen die mij werd opgedrongen. Ik wou zelf keuzes maken. Achteraf zijn er andere lagen bij gekomen, zoals het feminisme en andere sociale dimensies.”

Ging het beter tijdens je hogere studies?

“Met ouder worden wordt het iets makkelijker. Je bent je veel meer bewust van je keuzes. Het eerste jaar ging ik veel naar de lessen want ze hadden ons bang gemaakt door te stellen dat het heel moeilijk zou worden op unief enz. Vanaf het tweede jaar ging ik al veel minder naar de les want het was allemaal toch niet zoals ik dacht dat het zou zijn..

“Ik had me illusies gemaakt over de universiteit. Ik dacht dat we zouden leren kritisch denken, dat daar verschillende ideeën en visies aan bod zouden komen en ook de mogelijkheid om te discussieren, het debat aan te gaan. Uiteindelijk was dat een instituut gelijk een ander in ons onderwijssysteem dat je een bepaalde visie opdringt over de wereld. Ik ging dus vooral aan zelfstudie doen. Ik had niet veel contact meer met medestudenten, behalve dan met een klein groepje studenten met migratieachtergrond.”

Hoe heeft de rest van dat groepje het gedaan?

“De meesten zijn gestopt of naar de Hogeschool gegaan. Een heleboel konden volgens mij zeker hogere studies aan maar gaven toch op. Hun problemen waren waarschijnlijk al gevormd tijdens hun lagere studies. Vaak worden ze daar al gekraakt en krijgt hun zelfvertrouwen een serieuze deuk. Velen geven het niet toe maar het speelt hen wel parten. Bij veel van die medestudenten zag ik dat het vertrouwen en het geloof in hun slaagkansen ontbrak. Iedereen had wel ambitie om dingen te doen in het leven, maar het was niet blijvend. Au fond geloofden ze niet dat ze hier echt iets konden betekenen of realiseren. Ik geloofde daar wel in en ik was bereid er hard voor te werken.”

Waar heb je zelfvertrouwen uit gehaald?

“Vanuit een zeker verzet en strijdvaardigheid. Ik had ook vaak twijfels maar ik was ervan overtuigd dat ik moest slagen. Ik ging ervoor en wou me niet laten doen. Na mijn studies, toen ik aan een doctoraat begon, had ik het wel moeilijk. De wereld waarin ik belandde was alweer heel wit en ik was te moe om weer de strijd aan te gaan met de vooroordelen. Dankzij een promotor die mij steunde en die mijn wereld goed begreep en dankzij de steun van mijn moeder is het me toch gelukt. Mijn moeder heeft nooit echt begrepen wat ik studeerde of precies deed, maar voor haar was duidelijk dat als je aan iets begint je het ook moet afmaken. Ze had wel door dat een doctoraat iets belangrijks was. Ik ben op een zeker ogenblik gedurende een aantal weken gestopt met mijn doctoraat, maar ben nadien teruggekeerd en uiteindelijk is het gelukt.”

De steun van thuis is dus belangrijk geweest?

“Absoluut. De familie, de vrienden zijn heel belangrijk. Zelfs die vrienden die uiteindelijk zijn gestopt, want die paar jaar dat we samen studeerden, hebben ze op de unief een veilige omgeving, een thuis voor mij gecreëerd. Hetzelfde met de mensen uit de buurt want ik voelde me veilig als ik terugkeerde naar Borgerhout. Al deze factoren maken dat ik opnieuw werd gemotiveerd toen ik het moeilijk had. Ik probeerde ook mijn medestudenten te steunen, maar dat was moeilijk want het idee dat wij mensen met een migratieachtergrond niets kunnen betekenen, niets waardevol zouden kunnen bijdragen is heel sterk aanwezig. Het is iets wat zowel impliciet als expliciet aanwezig is op allerlei vlakken. Het is zo dominant dat je er op een bepaald moment aan toegeeft, zonder dat te willen. Het is zo verdomd moeilijk om u daartegen te verzetten.”

Je noemde Borgerhout net een veilige omgeving. Je bent daar opgegroeid. Heb je het zien veranderen en in welke richting?

“We zijn daar gaan wonen toen ik heel jong was. Het was in de tijd dat het Vlaams Blok om de zoveel straten een stamcafé had. Het racisme daar was heel expliciet en agressief. Je werd daar voor van alles uitgescholden. En al wist je als klein kind niet wat die woorden betekenden, je wist wel dat ze negatief waren. En toch voelde ik mij daar veilig want we waren met meer met dezelfde etnische, economische en religieuze achtergrond. Ik wist dat ik er niet alleen voor stond. Dit in tegenstelling tot mijn nieuwe witte school of later op de universiteit waar ik het vaker wel in mijn eentje moest zien te rooien. In Borgerhout had ik een soort van cocoon waarin ik me veilig voelde en mezelf elke dag sterk kon maken om de strijd aan te gaan.”

Heb je dit gevoel nog steeds in Borgerhout?

“De laatste paar jaar is Borgerhout veel veranderd. Er is erg ingezet op het aantrekken van jonge witte middenklasse gezinnen naar deze buurt. En op zich is daar niets mis mee was het niet dat de idee erachter heel pervers is en de gevolgen ook. Na allerlei mensen erover te hebben horen praten -beleidsvoerders, de nieuwe bewoners zelf en anderen- viel me op dat om een of andere reden de idee leeft dat als er witte rijke ondernemers en gezinnen in deze buurt komen wonen, en hun kinderen hier naar school sturen, de levensstandaard en levenskwaliteit hier vanzelf toenemen. Daar ben ik het niet mee eens, want het is maar de vraag over wie je het dan hebt.”

“Eerst en vooral is de beste manier om een buurt en haar bewoners vooruit te helpen iets doen aan de armoede, de werkloosheid en aan de kansen die deze mensen krijgen in de samenleving. Doordat hier witte middenklasse gezinnen komen wonen, die vooral dure zaken openen en alleen witte plekken bezoeken, ontstaat er een verdringing van diegene die het al moeilijk hadden.”

“Ik stoor me ook aan het feit dat er impliciet geloofd word dat als witte rijke mensen in Borgerhout komen wonen, de buurt en de arme en gekleurde mensen die er wonen er beter van worden. Besef vooral dat het hoogstnodig is dat witte rijke mensen in Borgerhout komen wonen omdat zij er iets van kunnen leren. Het is uiteindelijk omdat we met een hele generatie ondernemers, leerkrachten, beleidsvoerders en anderen zitten die nauwelijks mensen met een migratieachtergrond kennen, en er daarom schrik van hebben, dat er ernstige problemen zijn. In een samenleving die alsmaar diverser wordt is het voor hen eens zo belangrijk dat zij contact hebben met mensen van andere culturen, en andere leefwerelden, en ja een andere inkomenscategorie.”

“Ik hoop dus dat een aantal ophouden met te vertellen hoe hip en cool en stoer het is om in Borgerhout te wonen onder die allochtonen, terwijl je vooral de witte plekken bezoekt en enkel contact hebt met mensen met dezelfde achtergrond. Of, dat je nu alles weet van Borgerhout en vooral haar beangstigende inwoners omdat je hier nu leeft, terwijl jij er net niets van begrijpt. Het is goed dat die mensen hier komen wonen, maar ze zouden van dat idee moeten afstappen dat zij verbetering brengen en zich moeten openstellen voor hun buren. Voor mijn part is iedereen hier welkom, en ik denk dat de Marokkanen, Afrikanen, Polen, de minder welgestelde blanken, en anderen die hier al woonden daar ook zo over denken. Het zou alleen fijn zijn als onze nieuwe buren even zouden stilstaan bij zichzelf en wat hun komst hier betekent, en daar een positieve draai aan zouden geven.””

Sinds een half jaar is er een nieuwe rechtse burgemeester in Antwerpen en ook een links districtsbestuur in Borgerhout. Denk je dat Borgerhout een slagveld wordt tussen die twee?

“Ik vind het positief dat Borgerhout een links bestuur heeft en dat de Borgerhoutenaars een duidelijk signaal hebben gegeven dat wij niet voor een rechts tot extreemrechts discours en beleid zijn. Om nu te zeggen dat ik geloof dat er veel zal veranderen is een andere zaak. Het districtbestuur heeft weinig bevoegdheden en we zien hoe de stad allerlei dossiers blokkeert. Maar het is belangrijk dat het verzet blijft komen want in de kracht van de Borgerhoutenaars zelf geloof ik wel.”

Het is vroeg om een tussenstand te maken na zes maanden, maar in de politiek is dat ook niet niets. Wat vind je van Bart De Wever’s beleid tot zover?

“In die zes maanden heeft hij heel wat gerealiseerd als het gaat om het pesten van Borgerhoutenaars. Wat we hebben gezien zijn een onnodig samenscholingsverbod, het patser project, GAS-boetes, de ‘war on drugs’,… De Wever doet wat van hem verwacht werd en dat is een repressief beleid voeren.”

“Het verschil tussen Janssens en De Wever is dat De Wever explicieter is en ‘in your face’. Terwijl Janssens de dingen meer verpakte. Junk food verpakt als gezonde voeding. Als marketingman was Janssens er een expert in om al het negatieve te verkopen als iets wat goed is voor de samenleving.”

Wat zijn de belangrijkste uitdagingen in Antwerpen?

“Op dit moment is één van de grootste problemen -niet alleen in Antwerpen, maar in heel Vlaanderen- het structureel diep ingebedde racisme. Het is een vernietigende kracht die we moeten vernietigen. Ik heb lang geloofd dat het iets is waar je mee moet leren leven en waar je je weerbaar tegen moet maken. Met ouder te worden besef ik dat racisme te destructief is om zelfs maar in je leven toe te laten.

“Er is een probleem met hoe we kijken naar diversiteit in onze samenleving, alsof het niets bijdraagt. De visie op andere culturen en religies is negatief en vaak racistisch en neokoloniaal. Dit heeft nefaste gevolgen op het onderwijs en de arbeidsmarkt waar discriminatie de norm is.

“De ongelijkheid en armoede nemen ook toe. Vroeger hadden we in Borgerhout nauwelijks mensen die bedelden op straat en echt honger hadden. Nu kan je er niet omheen kijken. De kloof wordt steeds groter.”

Is het de confrontatie met deze problemen die geleid heeft tot je activisme? Wanneer is je activisme geboren?

“In mijn tweede middelbaar toen ik zag hoe een Marokkaanse medeleerling werd onderdrukt door een schoolcultuur die niet de hare was, gebroken door leerkrachten die anders dachten over hoe iemand zou moeten zijn. Toen maakte ik kennis met onrechtvaardigheid. Toen werd iets in mij geboren, een soort strijdvaardigheid. Mijn activisme is later gekomen. Op mijn 18de ben ik mij gaan inzetten voor allerlei organisaties voor jongeren en later voor vrouwen die het hard te verduren kregen in de eigen gemeenschap en in de samenleving. Ik verzet mij tegen onrechtvaardigheid, welke vorm het ook aanneemt.”

Als ik zie waarmee je bezig bent dan merk ik dat vrouwenrechten centraal staan. Is feminisme deel van je activisme?

“Feminisme heeft zich bij mij ontwikkeld vanuit mijn geloof. Ik heb me altijd verzet tegen scheve ideeën over vrouwen binnen de moslimgemeenschap, maar vond de discriminatie van moslimvrouwen die werd geïnstitutionaliseerd nog vele malen erger. Ik blijf me inzetten voor de rechten en de keuzevrijheid van vrouwen om zelf te bepalen hoe ze vorm geven aan hun leven, ongeacht de keuzes die ze maken. Als het erop aankomt worden vrouwen overal nog veel te vaak als minderwaardig beschouwd.”

Je bent een van de oprichters van Baas Over Eigen Hoofd (BOEH!) Waarom is de hoofddoekenkwestie zo belangrijk? Je draagt zelf ook een hoofddoek. Wanneer heb je die keuze gemaakt en hoe bepalend is die geweest?

“Ik was 18 toen ik besloot om een hoofddoek te dragen. Het was een moment waarop ik heel erg bezig was met mijn islamitische identiteit. Ik ging op zoek naar allerlei manieren om mij mijn religie zoveel mogelijk eigen te maken. De hoofddoek maakte hier -onder andere- deel vanuit. Ik was toen ook erg op zoek naar mijn vrijheid en botste met allerlei vooroordelen over vrouwen binnen mijn eigen gemeenschap. En niet veel later kwam er een hoofddoekenverbod in mijn stad bovenop.

“Ik had er genoeg van. Ik ben diegene die beslist wie ik ben, hoe ik mijn leven vorm geef, welke keuzes ik maak als het gaat om mijn religiebeleving en niemand, binnen mijn eigen gemeenschap of de bredere samenleving, heeft het recht om mij te beperken zolang ik door gebruik te maken van mijn vrijheid niemand schaad. Het enige wat ik doe met een hoofddoek te dragen is er zijn. Als ik daarmee uw vrijheid beperk dan ligt het probleem bij u.”

Denk je dat heel wat jonge moslima’s een hoofddoek dragen als een soort reactie op onderdrukkende maatregelen zoals het hoofddoekenverbod?

“Ja, dat kan en dat mag. Ik kan voor mezelf op dit moment zeggen dat de manier hoe ik mijn religie beleef doorheen de jaren is veranderd, maar ik draag nog steeds een hoofddoek. Ik kan niet met zekerheid zeggen dat de reden waarom ik vandaag een hoofddoek draag religieus is, dan wel reactionair. Ik kan het onderscheid niet maken op dit moment. Het heeft allemaal een invloed op mij. Ik denk dat dit zo is voor heel wat andere jonge moslima’s.

“Het is wel spijtig als je een hoofddoek gaat dragen enkel als reactie op een onderdrukkende provocatie, maar ik begrijp het wel. Een hoofddoekenverbod zegt niet meer dan dat je als moslim niet zichtbaar mag zijn. En dat is moeilijk te verteren. Het is spijtig dat dit de reden moet zijn maar het lijkt me een normale reactie.”

Wat is de kern van jullie strijd bij BOEH!?

“BOEH! is opgericht toen Janssens net burgemeester was en meteen het voorstel op tafel kwam om een hoofddoekenverbod in te voeren in loketfuncties. We zijn van mening dat zo’n verbod een inperking is van de keuzevrijheid van de vrouw en een schending van het recht op godsdienstvrijheid en het recht op werk. We hebben toen de afschaffing van het verbod gevraagd. Later is het verbod ingevoerd in scholen waardoor ook het recht op onderwijs in het gedrang kwam. We hebben ons hier ook tegen verzet en juridische maatregelen genomen.

“Het hoofddoekenverbod is nefast vooral voor jonge meisjes en vrouwen die de vrijheid moeten krijgen om zelf te kiezen hoe ze hun religie beleven of praktiseren. Voor ons is er geen verschil tussen de verplichting om een hoofddoek te dragen en het verbod om een hoofddoek te dragen. Beide zijn in hetzelfde bedje ziek en beide zouden moeten bestreden worden. Vrouwen moeten zelf kiezen.”

Het is dus de keuzevrijheid die centraal staat?

“Zonder twijfel. Als iemand geen hoofddoek draagt vind ik niet dat ze de verkeerde keuze heeft gemaakt. Ik heb het moeilijk met mensen die vinden dat moslimvrouwen wel een hoofddoek moeten dragen. Ze zijn evenzeer mijn tegenstanders. Iedereen moet de vrijheid hebben om zijn/haar religie te beleven zoals die wil. Dit is hoe ik zelf mijn religie beleef. Van zodra er dwang aan te pas komt vernietig je voor mij de essentie van religie. Niemand mag zijn keuze of overtuiging aan iemand anders opleggen.”

Onlangs is er een groep prominenten in actie gekomen om de neutraliteit te vrijwaren. Wat is je mening over hun standpunt?

“Er is geen probleem met neutraliteit. Neutraliteit dient om minderheden te beschermen. Mensen die anders denken, geloven en anders willen zijn. De wijze waarop neutraliteit door sommigen wordt ingevuld is wettig maar erken dat dit een racistische, discriminerende en uitsluitende invulling is.

“Wij vanuit BOEH! zijn ook voor neutraliteit, maar wij willen een inclusieve neutraliteit waarbij iedereen mag zijn wat hij/zij wil zijn, en waarbij wie in functie is -zeker bij de overheid-, zich neutraal opstelt tegenover de burger die hij/zij dient. Neutraliteit in gedrag is iets anders dan neutraliteit in uiterlijk.

“Wat is de waarde die je hecht aan diversiteit in een samenleving als je prioriteit erin bestaat om de ander onzichtbaar te maken en te beperken tot de huiskamer? Zo’n idee bestrijdt diversiteit en ziet het niet als iets waardevols. Dat is niet mijn visie en dat hoort ook niet de inspiratie te zijn voor het concept neutraliteit. Het doel van neutraliteit is net om tot een pluralistische samenleving te komen. Een samenleving die de diversiteit waardeert en de bijdrage van eenieder -hoe anders die ook is- toelaat en een plaats geeft. Dat is de neutraliteit waar BOEH! voor staat, in tegenstelling tot de visie van die prominenten.”

Intussen is er maandag (27/05) een belangrijke stemming in de Gentse gemeenteraad waar het hoofddoekenverbod misschien zal sneuvelen. Hoe belangrijk is deze stemming?

“Voor ons als actieplatform is wat hopelijk in Gent zal gebeuren van cruciaal belang omdat het ons in onze strijd sterkt. Het is ontzettend bemoedigend om te zien dat duizenden Gentenaren hun steun hebben gegeven aan dit initatief om het hoofddoekenverbod op te heffen. Ik kan alleen maar hopen dat zoiets ooit in Antwerpen kan.”

Je gaat er dus vanuit dat er een einde komt aan het hoofddoekenverbod in Gent?

“Ik hoop het wel. Ik denk van wel. Ik zie niet in hoe het Gentse stadsbestuur het signaal van zoveel Gentenaren zomaar naast zich neer kan leggen. Als dit zou gebeuren dan hoop ik dat de Gentenaren verder gaan dan een handtekening te zetten op een stukje papier en op straat komen om te eisen dat wat zij wensen werkelijkheid wordt in hun stad. Ik kan alleen maar hopen dat Antwerpenaren daar een voorbeeld aan nemen.

“Sinds het hoofddoekenverbod in Antwerpen stel ik me de vraag of mensen echt tegen racisme zijn. Waar is die stilzwijgende meerderheid die beweert niet racistisch te zijn en voor diversiteit. Moslims hebben jarenlang te horen gekregen dat ze terrorisme moeten afkeuren en telkens als de islam negatief in de media kwam moesten we het komen uitleggen. En dat is –al dan niet terecht- vaak gebeurd. Ik wil nu van blanke Vlamingen horen dat ze tegen racisme zijn want ik betwijfel of er echt een groep bestaat, zowel bij links als rechts, die tegen racisme is en die ook bereid is om het uit onze samenleving te bannen.”

Wat vind je van het signaal van Yasmine Kerbache van Sp.a Antwerpen?

“Het is niet genoeg.”

Waarom niet?

“Omdat haar standpunt heel snel werd genuanceerd door haar partijvoorzitter. Bruno Tobback was akkoord dat er een verbod op loketfuncties niet de beste beslissing was maar wel vond hij dat het onderwijs vrij moest zijn in het kiezen voor een verbod. Dit is zo tegenstrijdig als het maar kan zijn. Dit is de kwestie niet begrijpen. Je kunt niet zeggen dat je ergens tegen onderdrukking en uitsluiting bent, maar ergens anders niet. Mij lijkt het dus eerder een strategische keuze en niet de omwenteling waar wij hoopten.”

Wat kan de Sp.a of andere partijen doen om te laten zien dat ze tegen het hoofddoekenverbod zijn?

“Ze moeten actief initatieven nemen om het hoofddoekenverbod op te heffen. Dit kan in het onderwijs als in loketfuncties zijn. Sp.a heeft een minister van onderwijs die al jaren beweert niets te kunnen doen en geen actie onderneemt. Ik en met mij vele anderen hebben het gehad met loze woorden.”

Dus ook na de afstraffing van de migrantengemeenschap in Antwerpen heeft de Sp.a Antwerpen nog steeds niet begrepen?

“Socialisten in Antwerpen zitten in een dilemma. Janssens heeft jarenlang de rechtsen in Antwerpen opgevreen en heeft de minderheden misleid. Sp.a moet nu een keuze maken. Janssens had toen het geluk dat hij iedereen en loer heeft kunnen draaien en zo aan stemmen is geraakt. We zijn nu wakker geschud en we hebben Sp.a voor de keuze gesteld om ofwel een eerlijker en socialer beleid voor te staan en niet de rechtse toer ingaan. Janssens heeft toen gekozen voor rechts en daarom heeft de migrantengemeenschap in mindere aantallen op hem gestemd. Ik hoop dat Sp.a goed gaat bezinnen over het samenlevingsmodel dat ze voor staan want ze zijn teveel bezig met stemmen en niet genoeg met hun ideologie en wat ze ijveren.”

Je bent ook actief binnen Karamah EU en Kieskeurig, het project rond politieke participatie. Volgend jaar zijn er belangrijke verkiezingen. Gaan jullie hier iets rond doen?

“Mensen en vooral jongeren politiek bewust maken is heel belangrijk. Toen we vorig jaar Kieskeurig 2013 lanceerden wilden we jongeren politiek sensibiliseren. Er is toen heel wat losgeweekt bij de jongeren die zelf het heft in handen hebben genomen en actiever zijn geworden en zelf allerlei activiteiten hebben georganiseerd. Voor 2014 is die bewustwording en participatie even hard nodig. Het zijn een andere soort verkiezingen met andere thema’s die centraal staan en die misschien iets complexer zijn dan de lokale thema’s. Het is belangrijk dat er iets gebeurt want er staat veel op het spel tijdens de volgende verkiezingen.

“Met Karamah EU proberen we door middel van lezingen en allerhande educatieve programma’s een platform te bieden om actuele islamitische vraagstukken kritisch en diepgaand te bespreken. Wat eigen is aan Karamah EU is dat het vooral de stem van vrouwelijke islamitische rechtsgeleerden of experten aan bod wil laten komen, en het pluralisme dat eigen was en is aan de islam opnieuw op de voorgrond wil laten treden. Wij willen de mogelijkheid bieden aan moslims om de veelzijdigheid in hun religie te herontdekken en die te herwaarderen, in plaats van daar angstig en afkerig tegenover te staan. Onze indruk is dat de beperking van de diversiteit in de islam tot één dogmatische interpretatie, moslims zeker niet ten goede is gekomen en met name vrouwen erg benadeeld heeft. Wij hopen daarom een islambeleving te stimuleren waar ieder voor zichzelf zijn of haar weg naar God kan bepalen, en waar eenieders karamah (waardigheid) wordt gerespecteerd.”

Wat is je mening over de migrantenjongeren die België verlaten en zich in landen zoals Marokko, Turkije of elders gaan vestigen? Is dit niet de groep jongeren die we hard nodig hebben om hier de dingen te veranderen?

“Ik ben momenteel zelf ook erg aan het twijfelen. Ik flirt heel erg met het idee om elders te gaan leven. Het is belangrijk om een bijdrage te leveren en een werkelijkheid waar je het niet mee eens bent te proberen veranderen. Maar je bent ook maar een mens en op een bepaald moment ben je moe gestreden.

“Ik wil me kunnen inzetten voor iets positiefs en niet altijd blijven strijden tegen al dat negatieve. Ik wil ook iets moois creëren, iets dat inspireert. Ik wil zelf ook geinspireerd worden en niet altijd diegene zijn die anderen motiveert om de strijd aan te gaan.

“Ik begrijp heel goed al die mensen die vertrekken. Vooral zij die het systeem heel goed door hebben en beseffen hoe vulgair en agressief het kan zijn naar u als persoon gewoon omdat je er anders uitziet of omdat je andere keuzes maakt.”

Denk je dat je hier niet kan realiseren wat je zou willen?

“Dat is net wat je tot die keuze drijft. Dat je de hoop verliest dat verandering mogelijk is. Als je tegen de dertig aanloopt hoop je dat je met iets bezig bent wat positief is, iets dat je levensvreugde geeft. Soms wil je gewoon dat het even makkelijker gaat.”

Jullie engagement wordt op de proef gesteld?

“Ons engagement wordt elke dag op de proef gesteld. Dat heb ik gemerkt bij BOEH! waar ons doel is iets negatiefs uit de samenleving te weren. Het is heel vermoeiend omdat je voortdurend defensief bezig bent en er weinig verandert. De structurele problemen blijven.

“Gent zou een hoopvol signaal kunnen geven en ons versterken. Evenals de Raad van State, waar we een klacht hebben lopen tegen het Gemeenschapsonderwijs. Mijn geloof in bepaalde instellingen heeft een deuk gekregen en ik kan alleen maar hopen dat de Raad van State de uitsluiting een halt toeroept en niet optreedt als de bewaker van de status quo of de beschermer van één dominante groep, maar een plek creëert voor iedereen.

“Het is met het uitblijven van echte veranderingen dat je op een bepaald moment moedeloos wordt. Nogmaals, we hebben veel gedaan maar niet genoeg resultaat gezien voor hetgeen dat we van onszelf hebben gegeven, hetgeen we van onszelf hebben geïnvesteerd.”

Interview / Bleri Lleshi

© De Morgen 25/05/13

© foto Thomas Sweertvaegher

https://blerilleshi.wordpress.com

https://www.facebook.com/Bleri.Lleshi

Twitter @blerilleshi

12 thoughts on “Interview Maryam H’Madoun in De Morgen: ‘Ik verzet mij tegen onrechtvaardigheid, welke vorm het ook aanneemt’

  1. Eindelijk is het punt van neutraliteit helder uitgelegd. Bedankt Maryam en volledig mee eens

  2. Pingback: Interview Maryam H’Madoun in De Morgen: ‘Ik verzet mij tegen onrechtvaardigheid, welke vorm het ook aanneemt’ | Superwoman in Black

  3. Beste Maryam,
    Ik hoop dat u in Antwerpen blijft want nu meer dan ooit hebben intellectuelen en activisten als u nodig.

    Ook dank aan de heer Lieshi om dit in de krant te krijgen.
    Gegroet,
    Wim Wouters

  4. Ok, ik overweeg om een mij te abonneren bij De Morgen. Vind de opinies van Yves Desmet een stuk beter dan vroeger en met dergelijke interviews in de krant ben ik tevreden man.

    • Beste Steven, toch even opmerken dat essentiële zaken uit het interview hierboven – o.a. over de onderwijscarrière van deze vrouw en de moeizame vorming van haar culturele identiteit – gewoon niet overgenomen zijn in DM. Je leest beter de blog hier. Ik ben al dertig jaar onafgebroken lezer van DM en moet dit hier vandaag helaas vaststellen.

  5. Pingback: ‘Ik verzet mij tegen onrechtvaardigheid, welke vorm het ook aanneemt’ — Maryam H’Madoun | BorgerhouDt van Iedereen

  6. ik lees nergens iets positiefs over al wat “blank” is, dus geen enkel klasgenootje die het goed met haar meende? Geen enkele leraar of lerares die haar “beschermde? Ze was de enige marokkaanse maar was ze ook de enige allochtoon?
    Ik vind hier eigenlijk in deze reportage enkel afkeer en verbittering terug, niks van nuancering of positiefs over onze samenleving.
    Ook ik kwam uit “een achterbuurt”, had niet het katholieke geloof en werd daarom wel eens scheef bekeken maar heb een eigenschap die de mevrouw hier blijkbaar niet heeft: “kunen relativeren”!

  7. @Edwin, met alle respect voor jouw situatie , maar ik denk dat het moeilijk is om je te kunnen inbeelden wat het is om als niet-blanke om te moeten gaan met expliciet, maar veel meer met impliciet racisme. Ik ben belg, 2 vlaamse ouders , maar heb getaande huid en donker haar en ik kan je vertellen dat ik ook mijn deel heb moeten ondergaan en nog steeds. Jezelf niet mogen zijn constant ingaan tegen vooroordelen (ook vandaag nog) is heel erg vermoeiend. Ik kan je vertellen dat het verhaal van Maryam heeeeeel herkenbaar is. Probeer je in te beelden wat het is als een vrouw tegen je zegt dat je naar je eigen land terug moet gaan (is mij overkomen) en je bent even belgisch/vlaams als zij…. Heb jij al de vraag gekregen welke nationaliteit je hebt wanneer je met je partner een appartement zocht (is meneer marokkaan ? Neen Algerijn. Ah dan ist goe), ben jij al eens een café binnengestapt midden in de zomer waar je een cola bestelde met het geld al in de aanslag , maar dat je te horen kreeg dat ze geen cola serveerden aan ‘mensen zoals jij’….? Is het jou al overkomen dat mensen persé een oude dame ongemak bezorgen op de bus omdat ze absoluut niet op het enige vrije zitje naast jou willen zitten ? Heb jij al een opmerking gekregen (eh, nous ne sommes pas seul ici hè) in ‘schabouwelijk’ frans omdat diegene die je aansprak ervan uitging dat je 1)buitenlander was (met mijn hoofddoek) en 2) dat die sowieso frans spreken (terwijl ik perfect 4-talig bent ) en dat die opmerking gemaakt werd omdat hij vond dat ik hem de toegang tot een winkelkarretje blokkeerde terwijl ik het mijne aan het uitladen was? Heb jij bij de gemeentelijke diensten opmerkingen gekregen à la ‘ allé , lot dieje makak naa mo binnen’ (het was niet de bedoeling dat ik het hoorde : eh neutraliteit? Is het jou overkomen dat je in de supermarkt een kassier voor je hebt die heel nadrukkelijk terwijl hij de groenten die je aankocht weegt, deze aan je toont en heel gearticuleerd de naam ervan uitspreekt en je hierbij aankijkt alsof hij je er een plezier mee doet ? Ben jij al gefouilleerd in de luchthaven omdat er in je handbagage een flesje mondwater (odol) zat dat de vorm van een ‘pistool’ had ? Als jou dit alles overkomen is dan wil ik me op voorhand verontschuldigen. Ik kom ook van een minder begoede achtergrond en heb ook hard moeten werken om te komen waar ik nu ben, en ik wil zeker jou situatie niet minimaliseren, maar om nu te zeggen dat we moeten leren ‘relativeren’ is mij net iets te gemakkelijk want dat ontslaat de ander van zijn verantwoordelijkheid. Vergelijk het met een druppel water. Op zich doet een druppel water niemand kwaad. Maar als je als oorlogsgevangene op je rug ligt en je krijgt zonder ophouden telkens weer een druppel op je gezicht, urenlang, dan is die druppel een marteltuig.

    • tja, imbecielen heb je spijtig genoeg overal. Ze zoeken een slachtoffer om hun eigen frustraties of tekortkomingen te verdoezelen. Voor die “personen” is ieder die anders is ( en meestal in een zwakkere positie zit) een welgekomen slachtoffer. Misschien is mijn woordkeuze “relativeren” niet gelukkig gekozen, klopt.
      Maar wat ik in heel dit verhaal wel mis is het ontbreken van het vernoemen van een aantal positief ingestelde ( blanke )mensen, mensen die het wel goed meenden, die er toch ook wel zullen geweest zijn. ‘t lijkt net of iedere “autochtoon ( ik hou echt niet van al die benamingen) een racist is, iedere marokkaan(se) of allochtoon een voorbestemd slachtoffer.
      Ook niet vergeten dat dit ook wel een tweerichtingsverkeer ( racisme tov de autochtone bevolking) is maar dit zeggen is “not done”.
      Ik begrijp wel dat dit op je hele verdere doen en denken een invloed kan hebben. Trouwens , in heel mijn jeugd was ik een zware stotteraar. Het stotteren heb ik overwonnen, ik kan zelfs heel goed lachen met komieken die express stotteren, maar toch heb ik nog altijd wat angst om met vreemde personen te beginnen.
      Ik denk trouwens dat het aantal racisten beperkt is maar de vooroordelen tov van bepaalde bevolkingsgroepen des te groter.

  8. @ edwin er werd gesproken over een promotor in het unief dat zal geen allochtoon zijn geweest en hij heeft haar samen met haar moeder door haar moeilijkste periode geholpen. Of heb jij niet zover gelezen

Leave a reply to zakito Cancel reply