Home

DSC02666Wat verbindt de N-VA met Occupy Wall Street?Volgens politiek   filosoof Thomas Decreus het besef dat democratie leeft bij gratie van   verzet tegen de consensus. In zijn essay ‘Een paradijs waait uit de   storm’ toont hij welke lessen links daaruit kan trekken.

Van Bart De Wever tot Goldmann Sachs: het politiek-economische denken   wordt ook vandaag krachtig gedomineerd vanop rechts. Toch ruist er  ook op links wat door het struikgewas. Boze consumenten dwingen   Electrabel tot een knieval, de Europese Commissie schuifelt zachtjes  naar een plafond op bankiersbonussen en in Antwerpen was de radicaal-linkse PVDA een verrassende winnaar van de gemeenteraadsverkiezingen. Ja, zelfs marxistisch geïnspireerde boeken, van Peter Mertens (‘Hoe  durven ze’) tot Paul Verhaeghe (‘Identiteit’) staan hoog in de  non-fictie bestsellerslijsten.

Bij dat linkse literatuurlijstje voegt zich nu de jonge filosoof  Thomas Decreus. Hij liet voor het eerst van zich horen bij de Shame- manifestaties in 2011 tegen de uitblijvende regeringsvorming, maar in  zijn pas verschenen essay ‘Een paradijs waait uit de storm’ laat hij  zich inspireren door een andere uiting van verzet: de wereldwijde  Occupy- en Indignadobeweging. “Het verband tussen die twee  verzetsbewegingen zit in de onvrede tegen de bestaande klassieke  politieke structuren”, meent Decreus. “Er is een jong publiek
opgestaan dat die onvrede niet antipolitiek vertaalt, maar juist met  constructieve en coöperatieve alternatieven.

“In de publieke aandacht lijkt Occupy wat over zijn momentum heen.  Toch mag je niet zomaar besluiten dat de beweging ‘dus’ mislukt is. De  beweging is uitgewaaierd in tal van kleinere initiatieven die het  verschil maken op een concreet niveau, weliswaar buiten het oog van de  camera’s. In Spanje worden wijken gemobiliseerd om uithuiszettingen te  verhinderen; in de VS koopt de Occupy-beweging collectief schulden op  om ze dan kwijt te schelden; en in Antwerpen deelt Jeroen Olyslaegers  met enkele medestanders elke zaterdag gratis soep uit. Je kan daar  meewarig over doen, maar misschien zit het nieuwe hem net daar in:  overal zijn groepjes mensen opgestaan die geen genoegen meer nemen met  het meewarig doen.”

Volstaat het om zo je ‘steen te verleggen’? In uw boek heeft u het  over niet minder dan het omverwerpen van het dominante neoliberale  systeem.

Thomas Decreus: “Dit is een eerste aanzet. De politieke  theorievorming wordt vandaag in ons deel van de wereld nogal gemonopoliseerd door rechts. Dat is vooral de verantwoordelijkheid van  links, overigens, dat er maar moeilijk in slaagt om een tegengeluid te  formuleren.  Er is een tegenwind. Maar ook het neoliberale denken is  agressiever uit de crisis gekomen. “Is dit prille, linkse verzet genoeg? Allicht niet. Vroeg of laat  zullen deze nieuwe bewegingen toch moeten samenwerken met bestaande  organisaties, om een voldoende krachtige hefboom voor verandering te  creëren.”

Toch lijkt het zo dat die nieuwe bewegingen voorbij de analyse zijn  dat ze tot iets ‘groots en meeslepends’ moeten uitgroeien. Het  concrete bewegen primeert op het strategische denken.

“Dat is ook typisch voor dit soort grassroots-bewegingen, die van  onderuit quasi-spontaan ontstaan. Maar ik verzet me tegen de  antipolitieke ondertoon van dat standpunt. Wie zich afkeert van de  politiek bereikt niets. Het concrete van alternatieve  samenlevingsvormen moet hand in hand gaan met politieke hervormingen.“Er ligt ook een gapend gat op links, sinds de sociaal-democratie met  de ‘Derde Weg’ naar het centrum trok. Een partij als de sp.a heeft  eigenlijk radicaal gebroken met de ideologie waaruit die partij  ontstaan is. Caroline Gennez heeft ooit gezegd dat de “tweedeling  tussen ‘arbeid en kapitaal voorbijgestreefd is”. Tja, dan wordt het  verschil met andere liberale partijen natuurlijk wel erg futiel.  Niet  verwonderlijk dat zich ter linkerzijde overal  nieuwe partijen  manifesteren. Je kan zelfs zeggen dat het bij ons, met de PVDA, nog  lang geduurd heeft. Ik geloof ook niet dat alle PVDA-kiezers nu meteen  de markteconomie willen afschaffen. Dit zijn gewoon mensen die links  van het liberale consensusdenken staan.”

Voor populisme bent u mild. U beschouwt het protest ertegen als een  ‘poging om radicalisme uit het debat te weren’

“Populisme wordt heen en weer als een  verwijtwoord gebruikt om radicale oordelen uit te schakelen. Voor mij  is het elke vorm van politiek waarbij een onderscheid gemaakt wordt  tussen het volk en een elite.  Vanaf de jaren 80 heeft rechts de  populistische boventoon gevoerd met het Vlaams Blok of Pim Fortuyn,  maar ten gronde heeft ook de sociaal-democratie een populistische  ondertoon. Een ‘volkshuis’ is een populistische term, ook dat was een  instrument om het volk te verenigen tegen de machthebbers. Populisme  kan dus ook progressief en emancipatorisch zijn.”

U meent ook dat we teveel belang hechten aan verkiezingen in onze  democratie. Hoezo?

“Historisch gezien – bij de Oude Grieken, of bij de  Verlichtingsdenkers –worden verkiezingen hoegenaamd niet beschouwd  als kern van een democratie. Verkiezingen zijn per definitie een  instrument om te verdelen, niet om te verenigen. Er zijn winnaars en  verliezers, mensen die de macht krijgen en anderen die ze verliezen. “Ik zeg niet dat we verkiezingen moeten afschaffen, maar wel dat er  in een democratie ook andere manieren zijn om mensen stem te geven in  het politieke debat. De mogelijkheid die mensen krijgen om zich te  verzetten, om zich te verenigen en op straat te komen of om te staken,  zijn een veel belangrijkere graadmeter voor de gezondheid van een  democratie. Als die ruimte wordt ingeperkt, verliest een staat aan   democratisch gehalte, ook als ze perfect legale verkiezingen  organiseert. Democratie is toelaten dat anderen zich tegen je keren.

Het democratische debat wordt teveel gemonopoliseerd door de Wetstraat?

“Democratie gaat ruimer dan het politieke spel dat we dagelijks  meemaken. De civil society is minstens zo belangrijk. Ik verwijt het  niet aan de politici, hoor, dat ze de democratische ruimte  monopoliseren. Wij burgers, zijn soms een beetje tam. We laten maar  betijen, en zitten dan te vloeken in onze zetel voor tv. We moeten  meer van ons laten horen. Een socialer, democratischer Europa moet het  belangrijkste doelwit zijn van een nieuwe linkse politiek.“We moeten durven mobiliseren tegen het dogmatische marktdenken in  Europa. Zo werkt vooruitgang nu eenmaal. De welvaartstaat is er ook  niet gekomen omdat enkele verlichte politici plots bevielen van een  uitstekend plan. De sociale zekerheid is het resultaat van een  dynamiek van onderuit decennia van vereniging en verzet van een grote  groep mensen. We moeten niet bang zijn van de botsing.”

U plaatst zich in een rijtje hedendaagse politieke filosofen die  conflict als alternatief voor consensus bepleiten. Het is mede daarop  dat de ‘compromisloze’ N-VA zijn politiek handelen baseert.

“Met hun standpunten heb ik niet veel, maar vanuit politiek- filosofisch oogpunt vind ik de N-VA best wel een interessante partij.  De N-VA neemt scherpe posities in en dwingt andere partijen om dat ook  te doen. Dat is een belangrijke bijdrage aan het democratische debat.  Je kan vanalles zeggen over Bart De Wever, maar dat links en rechts in  Antwerpen weer zo helder tegenover elkaar staan, is zijn verdienste.  De Wever is een ideoloog, hij vertolkt een rechts-conservatief  politiek gedachtegoed en is daar ook trots op. Goed zo, laat de  anderen maar uit hun pijp komen.

“Er is wel een  belangrijk betekenisverschil tussen consensus en compromis. Een  compromis is een tijdelijke overeenkomst tussen twee tegengestelde  partijen. In een democratie is dat een legitiem instrument. Het  probleem is dat een groot deel van het politiek-economische debat  vastgeklonken zit in een consensus: er is geen meningsverschil meer  over het dominante neoliberale model.

Is het daarom dat u niet zo gelooft in initiatieven als de G1000?  Omdat het teveel op consensus gericht is?

“Op zich heb ik best wel sympathie bij dergelijke initiatieven om de  burger politiek te mobiliseren. Maar door zijn opzet werd elke vorm  van ideologische tegenspraak meteen onderdrukt. Zo kom je toch telkens  weer uit bij de kleinste gemene deler. Een voorstander en een  tegenstander van abortus zal je nooit met elkaar overeen kunnen doen  komen. Dat hoeft toch ook niet?.”

Daarom wil u ook over het marktdenken weer een tegensprekelijk debat.

“De markt moet niet afgeschaft worden, maar wel teruggedrongen.  Vandaag is de tegengestelde beweging aan de gang, en zelfs na de  systeemcrisis van 2007-2008 blijft die tendens gaande. Almaar meer  sectoren worden geprivatiseerd, maar het loopt ook subtieler. Ook in  mijn academische werkmilieu grijpt de vermarkting om zich heen.  Onderzoek wordt gestimuleerd vanuit een marktlogica, vanuit de  gedachte dat als je universiteiten of collega’s tegen elkaar laat  concurreren dat er dan beter gepresteerd wordt. Dat is een typische
marktgedachte.

“Naast privatisering kunnen we ook andere sporen bewandelen. In  sommige sectoren is een coöperatief model misschien meer aangewezen,  in andere een al dan niet gedeeltelijke nationalisering. Het bankwezen  bijvoorbeeld is het prototype van een volledig geprivatiseerde sector.  Dat lijkt logisch, maar tegelijk vraag je je af of de wereld niet veel  beter af was geweest als de overheid niet een deel van de financiële  sector was blijven controleren.”

In uw boek parafraseert u de oude anarchistische leuze dat eigendom  diefstal is. Daarmee propageert u een wel erg radicale vorm van verzet.

“Ik bied tegengewicht aan de neoliberale filosofie die eigendom als  een soort natuurrecht ziet. Dat is wat het neoliberale  vrijemarktdenken graag doet: zijn axioma’s voorstellen als de enig  mogelijke en door de natuur ingegeven ideeën. Ik wil eigendom niet  afschaffen, maar ik wil er wel op wijzen dat eigendom aan een hoge  prijs komt. Je kan zeggen dat deze tafel van jou is, maar om het hout  van deze tafel te verwerven is er misschien onrechtmatig en  gewelddadige manier hout gekapt. Dus ook tegen het bezit van deze  simpele tafel kan verzet ontstaan.

Onder het communisme heeft het oostblok de verwerving van ‘bezit’  proberen uit te schakelen. Dat was geen groot succes.

“Het communisme ging uit van een totalitaire logica. Elk conflict,  elke tegenspraak werd er verboden, omdat men er streefde naar de  totaal egalitaire samenleving, waarbij het volk zich als een egaal  blok moest bewegen. Veel scherper kun je je niet van een democratie  onderscheiden, dus dit stelsel moest wel dictatoriaal opgelegd worden.  Een terugkeer naar het communisme biedt geen toekomst voor links. Het  is net in de democratisering dat die toekomst zit.”

Interview / Bart Eeckhout

© De Morgen

Korte bio / Thomas Decreus (29) werkt als doctorandus in de politieke filosofie aan de KU Leuven. Hij trad voor het eerst op de voorgrond als een van de gangmakers van de Shame-betoging tegen de uitblijvende regeringsvorming in 2011. Een paradijs waait uit de storm is zijn debuut als schrijver. Decreus gaat tijdens het festival Mind The Book over zijn boek in debat met Trendshoofdredacteur Johan Van Overtveldt

Thomas Decreus, ‘Een paradijs waait uit de storm – Over markt,  democratie en verzet’, Epo, 2013, 160 pag, 15 euro.

Meer informatie

http://www.epo.be/uitgeverij/boekinfo_boek.php?isbn=9789491297335

Facebookpagina van het boek

https://www.facebook.com/EenParadijsWaaitUitDeStormThomasDecreus

Leave a comment