Dag drie in twintigtwintig. In hartje Brussel zit ik tegenover filosoof, auteur, docent en jongerenwerker Bleri Lleshi. Zijn stem klinkt zacht, zijn engagement zelfzeker. Liefde en hoop zijn twee krachtige waarden die Bleri wil uitdragen in alles wat hij doet. “Wij zijn de bron van positieve verandering in de samenleving”, is zijn boodschap. Moesten we hier dit jaar nu eens (opnieuw) samen voor gaan? Wijs je ons de weg, Bleri?
Welk thema Bleri ook aanhaalt – de sociaaleconomische logica, de besparingen in onderwijs, de verrechtsing, het belang van meertaligheid in de klas, het gebrek aan voorbereiding op de diversiteit in de klas, … – hij wijst op het verzet van onderop, op politieke keuzes maken, op de weg naar verandering. “Ik hoor heel vaak dat de wereld om zeep is, en jazeker, de problemen moeten benoemd worden, maar er is ook zo veel positiefs te vertellen.”
“Liefde is een politieke daad”
“Ik studeerde politieke wetenschappen met de bedoeling om in de diplomatie te gaan. Ondanks die studies, zes talen en de hoogste onderscheiding besloot ik om jongerenwerker te worden. Veel mensen in mijn omgeving begrepen dat niet. Maar ik wist voor mezelf dat ik die keuze maakte uit liefde. Ik noem liefde een politieke daad. Ik wou jongerenwerker worden toen ik bewust werd van de situatie van jongeren hier in Brussel. Er is een hoge jongerenwerkloosheid, 26% verlaat de school zonder diploma secundair onderwijs, 40% van de jongeren groeit op in armoede, nergens in de wereld zoveel zittenblijvers als hier, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik wou iets doen vanuit liefde om dat te veranderen. Politiek is niet enkel iets voor politici, het is iets van ons allemaal. Ik weet dat ik het niet op mijn eentje moet en kan doen, ik probeer mijn klein steentje bij te dragen. Ook jij als leraar, aan het werk in wat wij als een van de allerhoogste zaken zien in een samenleving, bent bezig met politiek. Iets veranderen is toch het doel van elke leraar? Als je start in onderwijs met grote dromen, met idealisme is dat besef belangrijk. Als je tegenslag krijgt of het moeilijk hebt, val je terug op het feit dat je je klein steentje kan bijdragen, iets wil veranderen ten goede. Ik weet voor mezelf dat – wat er ook gebeurt – ik kan terugvallen op liefde en hoop.”
“We kunnen geen goed onderwijs hebben zonder hoopvolle leraren”
Er zijn veranderingen nodig in onze samenleving: sociaaleconomisch, politiek en cultureel. Ik wil daar de waarden liefde en hoop in brengen om tot een veelzijdige analyse te komen en naar een oplossing toe te werken. Het zijn voor mij geen softe waarden, maar net de meest krachtige. Ik spreek van ware liefde wanneer de groei, de bloei en de ontwikkeling van de ander mogelijk wordt gemaakt. Een leraar is een liefdevolle leraar wanneer die de groei en de bloei van de leerlingen mogelijk maakt. Als ik in een klas zie dat de kinderen volop ontwikkelen, niet enkel doordat ze meer kennis hebben, maar ook als mens, dan kunnen we spreken over liefde zoals ik ze definieer. Wanneer we keuzes maken vanuit sterke positieve waarden zoals liefde en hoop dan zien we dat de mensen zich beter en gelukkiger voelen. Het helpt jou groeien als mens.
Iemand die verandering wil – groot of klein – bij zichzelf, in zijn klas, bij een leerling, zal altijd een strijd moeten aangaan. Die strijd voer je niet op je eentje, maar samen. Wanneer je wil strijden dan heb je hoop nodig. Hoop is de motor voor sociale verandering. We kunnen geen goed onderwijs hebben zonder hoopvolle leraren.”
“Onderwijs met passie en liefde”
Er zijn duizenden beroepen, maar voor dit beroep is het absoluut nodig: het moet een roeping zijn. Als dat zo is, dan voelen de leerlingen jouw passie, jouw liefde. Je doet het voor hen, maar je doet het ook voor jezelf. Want je kan heel wat meer aan als je voor jezelf weet waarom je doet wat je doet. Er is in de lerarenopleiding te weinig plaats voor passie en liefde. Het is belangrijk dat ze dat beseffen. De leraren die dat niet of te weinig hebben meegekregen moeten jammer genoeg zelf op zoek gaan en zien hoe ze dat vorm kunnen geven.”
“Als vakbond geef je hoop aan wie zich hopeloos en moedeloos voelt”
Ik ben deel van het middenveld, ik werk met en voor organisaties, vakbonden inbegrepen. Ik zie daar heel veel mensen die vanuit hoop en liefde iets willen veranderen, betekenen. Ze zijn zich daar vaak niet van bewust of staan er niet bij stil. Een voorbeeld. Toen ik mijn boek ‘Liefde in tijden van angst’ voorstelde kwamen achteraf een paar gepensioneerde dames naar mij. Zij gaven Nederlands aan nieuwkomers. Een van hen zei: “Zo mooi wat je vertelde. Het is nu heel duidelijk voor mij dat het vrijwilligerswerk dat ik doe eigenlijk liefdeswerk is. Nu ben ik nog meer gemotiveerd.” Ik spreek immers niet over vrijwilligerswerk maar over liefdeswerk (en dat is geen liefdadigheid!). Deze mevrouw blijft doen wat ze doet, maar kan het nu beter plaatsen. Het is belangrijk om boven de uitgesproken economische logica die vandaag wordt gebruikt om een samenleving te organiseren, te zoeken hoe je mensen kan verbinden. Hoe je hen uit de onmacht, wanhoop, moedeloosheid kan halen. Wij krijgen bovendien ook voortdurend een mainstream discours over ons heen: dat de vakbonden slecht zijn, dat de besparingen wenselijk zijn, dat er geen alternatief is. Dat is wat we elke dag horen. Zoek als vakbond naar hoe je die verbinding kan maken. Zeg: wij begrijpen dat je je hopeloos en moedeloos voelt. Geef erkenning, maar zeg tegelijk wij geven de hoop niet op.”
“Steek elke dag de tijd en de energie die je hebt in positieve dingen”
Stel jezelf elke dag deze vraag: ik heb x tijd en ik heb y energie. Wat ga ik daarmee doen? Als je een gezin en een familie hebt, zal een deel van je tijd en energie daarnaartoe gaan. Ook naar je leerlingen, je collega’s, …. Heb je de tijd, de energie en de luxe voor negatieve zaken en gesprekken? Nee? Wel, leef daarnaar. Steek de energie die je hebt zoveel mogelijk in positieve zaken. Draag zorg voor jezelf. Probeer grenzen af te bakenen. Dat gaat je helpen beter en sterker worden. Je zal een betere leraar zijn, een beter mens en meer het verschil kunnen maken voor je leerlingen en je collega’s.”
“Probeer de ander te begrijpen en om te begrijpen moet je luisteren”
Tijdens een lezing die ik onlangs gaf voor een honderdtal leerlingen, vooral beroeps, zei de leraar plots: ‘We hebben hier ook een groep die voor extreemrechts heeft gestemd.’ Ik zei: ‘Dank voor deze informatie’ en heb een gesprek met hen gevoerd. Want hen met de vinger wijzen dient tot niets. Je moet hen vooral proberen te begrijpen, en om te begrijpen moet je luisteren. Ik zei: Ik veroordeel jou niet, ik wil je begrijpen. Ik ben nieuwsgierig, ik wil weten waar je je informatie haalt, wat je bron is. De houding die we in een gesprek moeten aannemen is niet van ‘ik weet het wel’ of ‘ik weet het beter, ik ben de leraar’. De klas is voor hen vaak de enige plek, waar ze in een veilige omgeving kunnen zeggen wat ze denken.
Er zijn leraren die ongelooflijk goed een gesprek kunnen voeren, maar er zijn er ook die dat niet hebben geleerd. Zeker wanneer het gaat om moeilijke thema’s, om taboes, om zaken zoals extremisme. Voor je het gesprek voert met leerlingen of met collega’s is het heel belangrijk om te bepalen of het moment geschikt voor jou. Of je er klaar voor bent. Het zou mooi zijn als ook de schoolleiding hierover nadenkt. Zijn de leraren in staat om rond allerlei thema’s te praten? Wat kan ik hiervoor doen?
“Vind het gezamenlijk eigenbelang”
Hoe kan je zoveel mogelijk mensen betrekken bij en warm maken voor wat je doet als vakbond? Hoe kan je op eigenbelang inspelen en dat naar het gezamenlijke belang brengen? Het eigenbelang sluit het gezamenlijke belang niet uit. Als leraar heb je het moeilijk met de werkdruk omdat je daardoor minder tijd hebt voor je partner en kinderen. Je bent niet alleen. Jouw collega’s ervaren dit ook. De leerlingen zijn daar slachtoffer van. Dus dat is een gezamenlijk iets dat je samen kan aanpakken. Er zijn zoveel mensen, groepen bewegingen actief binnen of buiten onderwijs, werk samen, structureel! Zoek allianties, werk met mensen van onderuit, in de buurt. Het moet echt! We beseffen te weinig dat we in deze complexe samenleving veel meer multidisciplinair moeten werken, veel meer allianties moeten vormen en samenwerken.
Tekst: Caroline Vanpoucke
Interview in tijdschrift Basis, januari 2020
Noot
Bleri Lleshi geeft ruim 100 lezingen per jaar over een waaier aan thema’s. Interesse? https://blerilleshi.wordpress.com/. Zijn boeken (www.epo.be): “Inaya. Brief aan mijn kind”, “Brieven uit Brussel”, “Liefde in tijden van angst”, “De kracht van hoop”. In maart 2020 verschijnt “Wat nu? Brief aan Vlaanderen”.
“Het mooiste beroep ter wereld”
In 2015 schreef Bleri Lleshi in een opiniestuk: “Als je mij vraagt wat het mooiste beroep ter wereld is, heb ik mijn antwoord klaar: leraar.” Toen Bleri schoolliep in Albanië had hij nauwelijks de helft van de schoolboeken en eens in België was het knokken om zijn diploma te halen. Maar leraren bleven hem motiveren. “De positieve voorbeelden van jongeren met wie ik werk, spreken altijd over een leraar die voor hen bepalend is geweest. Voor mij was het niet anders. Mijn leraar Albanees en literatuur was ervan overtuigd dat ik later schrijver zou worden want op mijn opstellen had ik altijd de hoogste cijfers. Ik verklaarde haar voor halfgek. ‘Schrijver’, waar haalde ze het. En zie … dit jaar verschijnt mijn vierde boek. Dat ik schrijver werd, heb ik haar 25 jaar later laten weten. Het veranderde haar leven. Nu zondag vertrek ik naar het stadje waar ik opgegroeid ben om samen met haar voor de derde keer een literaire wedstrijd te organiseren in vier scholen. 120 leerlingen krijgen de kans om hun talent te tonen.
Aan elke leraar die dit interview leest: weet dat jij het verschil maakt. Ook al komen ze het jou later niet vertellen.”