Home

sabrineIk herinner me een van de laatste gesprekken die ik had met iemand die ooit mijn dichtste vriendin was. Het was op een festival. “Kid Ink, wat voor muziek is het? – Negermuziek.”

“Negermuziek”

Om op een plaats te kunnen overleven als enige zwarte persoon tussen witte mensen, moet je heel veel dingen uitschakelen en negeren. Dat was het geval met het woord “neger”.

Voor ik 10 was, woonde ik in Brussel, ging ik naar een Franstalige school en zat op een Franstalig internaat. Daar zou het woord “nègre” nooit uitgesproken zijn geweest. Ik ben zeker dat er daar sancties verbonden waren aan racistische uitspraken. Maar toen ik in Ninove aankwam, op een Nederlandstalige school waar ik noch de mensen, noch de taal kende, moest ik me heel snel aanpassen. Ik kreeg veel vrienden, en op korte tijd leerde ik ook de taal.

Die vrienden van mij, die me altijd zoals een van hen behandelden, spraken over “negers”, noemden mij een “negerin”. De eerste keer dat ik dat hoorde, was ik geschrokken van het woord. Het meest schrok ik van hoe doodnormaal ze dat bleven zeggen. Ik leidde dus af dat ze de negatieve connotatie van het woord “neger” helemaal niet kenden, en ze dat niet verkeerd bedoelden. Ik paste mij daarom aan, en aanvaardde dat ze me “negerin”, en andere zwarte mensen “negers” zouden noemen. Die aanpassing ging zo ver dat de woorden “neger” en “negerin” ook in mijn vocabularium een plaats vonden.

“Wat is negermuziek? – Ja, weet je, muziek waar alle negers van houden.”

Zo’n zinnen zijn altijd heel leuk, omdat we natuurlijk heel graag worden gebundeld tot één grote stereotype.

Ryan Adams

Het was een zonnige dag in juni. Ik was net naar Ryan Adams gaan kijken. Hij had mijn lievelingsliedje gespeeld. Ik had haar onwetendheid wellicht gewoon moeten negeren. Maar dat was het precies: ik was net naar Ryan Adams gaan kijken. En, hoewel ik haar vroeg om te definiëren wat “negermuziek” juist was, wist ik wel dat “Ryan Adams” niet in haar definitie zou passen.

Ik vertelde haar dat veralgemeningen over mensen van een bepaalde ras racistisch zijn. Ik vertelde haar dat ik niet wist wat “negermuziek” juist was, maar dat niet alle “negers” van eenzelfde muziekgenre houden. “Negermuziek” werd dan door haar gedefinieerd als “rap, hip hop, en zo”. Ik vertelde haar dat ik niet naar die genres luisterde. Volgens haar was ik een uitzondering. Mijn vrienden die naar jazz luisterden, waren ook uitzonderingen. Ik haalde mijn familiefeestjes aan, waar we urenlang dansen op muziek die helemaal niet lijkt op “rap, hip hop, en zo”. Maar toch wist zij, wit meisje met vijf zwarte kennissen, beter.

Ze weigerde te begrijpen dat haar woorden racistisch waren. Het verschil tussen “Alle negers houden van rap, hip hop, en zo.”, en “Alle negers stelen auto’s.” is nochtans heel klein. Hoewel ze wellicht zou begrepen hebben dat die tweede uitspraak wél racistisch was, kon ze niet vatten waarom ik de eerste problematisch vond, aangezien die niet negatief bedoeld was. Maar een veralgemening, hoe positief ook, is nog steeds schadelijk.

Mensen die veralgemenen, plaatsen ons, “negers”, namelijk allemaal in een doos. In die doos, zijn al die stereotypen, van dingen die ze op TV hebben gezien, dingen die ze eens hebben gehoord, dingen die ze misschien zelfs hebben uitgevonden. Alle ‘negers’ zijn luid, lui, agressief, of ongeletterd. Alle ‘negers’ stelen auto’s, eten iedere dag kip, en luisteren naar rap, hip hop, en zo.

Als “neger”, ben je dan in die doos, en heb je het recht niet meer om jezelf te zijn. Ik ben plots niet meer Sabrine, die naar rockmuziek luistert, ik ben een ‘neger’, die naar rap, hip hop, en zo, luistert. Met haar stereotypering, ontneemt ze me een deel van mijn persoonlijkheid. Met haar stereotypering, zorgt ze er voor dat ik me altijd moet differentiëren van dat “neger” idee dat zij heeft gecreëerd. Die doos, die stereotypen, dat idee, die mensen hebben, is de reden waarom ze op een andere manier reageren tegenover een witte persoon dan tegenover een zwarte persoon bij een eerste ontmoeting. Dit is de reden waarom mensen plots veel vriendelijker reageren, wanneer ze merken dat de zwarte persoon “niet zoals alle andere negers” is.

“Stop nu eens met alles in vraag te stellen!”

Toen ik haar dit aan het uitleggen was, volgde een zin die ik nooit zal vergeten: “Stop nu eens met alles in vraag te stellen!”

“Stop questioning everything!” is dan ook de naam geworden van mijn playlist over racisme en discriminatie. Omdat mensen wel inderdaad zouden willen dat we nu eens gewoon zouden ophouden met klagen over al de onrechtvaardigheden die we zien. We moeten stoppen met zagen over hoe zwarten door die doos vol stereotypen minder gemakkelijk aan werk geraken, minder gemakkelijk een woning vinden, veel vaker aangehouden worden door de politie, en daarna strenger worden veroordeeld dan hun witte medemensen. Het maakt niet uit dat er in Amerika jonge zwarte mannen worden doodgeschoten, omdat zij er “gevaarlijk” uitzien, terwijl een witte persoon met een lichte straf zou lopen. Wij moeten hierover zwijgen, want wij, social justice warriors, overdrijven toch zo veel! Wat heeft dat hier nu mee te maken? Waarom mag zij nu niet zeggen dat alle negers van rap houden? Dat is toch gewoon zo? Dat is toch de waarheid? Waarom kan ik niet gewoon lachen en ja-knikken?

Op dat moment, begon Kid Ink te spelen, dus zijn wij gaan kijken. Ze zei dat ze graag wou dansen. “Ik ook, alle negers kunnen dat toch zo goed.”, antwoordde ik met het nodige sarcasme.

En toen we daar waren, bedacht ik me voor het eerst dat, van alle mensen die in die zaal naar hem aan het luisteren waren, er heel weinig zouden opkomen tegen racisme. Mijn ‘vriendin’, die vijf minuten eerder racistische opmerkingen zat te maken, was nu enthousiast aan het dansen. Het was de eerste keer dat ik me niet alleen boos, maar ook eenzaam voelde, bij het besef dat ze vrolijk ons talent exploiteerden, maar helemaal niet om ons gaven.

Het was de dag waarop ik begon te denken dat ze niet het ene zonder het andere konden hebben. Dat ze de getalenteerde zwarte mensen niet kregen, als ze ons geen gelijke rechten wilden geven. Dat ze onze “rijke cultuur” niet kregen, zonder ons het respect te geven dat ze aan hun witte medemens geven. Dat het een absurd gegeven was dat mensen op café racistische dingen konden verkondigen, en tegelijk prijzend naar Lukaku konden kijken. Je mag niet praten over hoe geweldig Beyoncé is, als je denigrerend praat over andere zwarte vrouwen. Je hebt het recht niet om naar een film van Morgan Freeman te gaan kijken, als je een verdrinkende zwarte man niet zou helpen. Blijf ver weg van zwarte artiesten, zwarte sporters, zwarte entertainers, als je het niet gaat opnemen voor een gewone zwarte persoon. Blijf weg van Afrikaanse kleren, Afrikaanse kapsels, Afrikaanse muziek, als je een Afrikaanse persoon niet als jouw gelijke beschouwt.

Alleen zij die samen met ons strijden, mogen aan onze culturele tafel zitten.

Sabrine Ingabire is studente en columniste. Haar column ‘ Still I rise’ verschijnt maandelijks op Bleri Lleshi’s blog

https://sabrineingabire.wordpress.com

https://www.facebook.com/inga.sabrine

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s