Home

Bleri Lleshi vaart vandaag in rustig water, maar dat is bijwijlen anders. Niet dat de politiek filosoof en jongerenwerker de controverse zoekt. “Ik wil niemand overtuigen, alleen een andere kijk bieden. Burgers hebben recht op alternatieven voor het dominante wereldbeeld dat eigenbelang, onverschilligheid en verharding propageert.”

Interview door Sylvie Walraevens

Bleri Lleshi’s jongste boek De Kracht van hoop is een beklijvend betoog voor engagement, verzet en actieve hoop. De notie “hoop” heeft aan kracht ingeboet, stelt de Albanese Belg vast. “Gelovigen hopen op een leven na de dood – een vaag verlangen –, anderen geven zich over aan een onbestemde toekomst waarvan ze het beste hopen. Zelden zien we hoop als motor voor sociale verandering.”

Wat verstaat u dan onder hoop en waarom hecht u er zoveel belang aan?

“Hoop wordt vaak begrepen als een vorm van vals optimisme. Een optimist gaat ervan uit dat alles altijd goedkomt. Maar wie hoopvol is, weet dat het ook fout kan gaan en houdt daar rekening mee. Hij wendt zijn positieve verwachting aan om tot actie over te gaan. We kijken neer op hoop als een wollige emotie, maar ze kan ook rationeel gefundeerd zijn. Daarom spreek ik over actieve hoop: een toekomstige verandering waaraan je actief moet bijdragen. Actieve hoop is gebaseerd op het besef dat je daden moet stellen, wil je het voorwerp van je hoop realiteit zien worden. Als iemand mij zegt: ‘Vroeger koesterde ik de hoop dat er in mijn wijk minder eenzaamheid zou zijn’, dan vraag ik: ‘Wat heb je daar zelf voor gedaan?’ Toen ik als jongerenwerker in Brussel startte, hoopte ik voor die jongeren iets te kunnen betekenen. Ik wist dat ik de stad en de jeugdproblematiek goed kende, dat ik nuttige kwaliteiten bezat, maar vooral: dat ik pas iets kon veranderen als ik in actie zou schieten. Dat enkele jongeren die in de gevangenis belandden vandaag inspirerende leerkrachten zijn, had ik nooit voor mogelijk gehouden. Dat konden zij alleen opbrengen omdat we hun hoop schonken en die emotie rationeel fundeerden. De kracht van hoop is dat ze een verschil maakt voor iemand, hoe klein ook, zodat die op zijn beurt het verschil kan maken voor anderen.”

Staren we ons blind op de grote wereldproblemen en gaan we voorbij aan wat in ons bereik ligt?

“Als er iets is wat ik met dit boek beoog, dan is het de onmacht van mensen ombuigen. Economische ongelijkheid is het grootste onrecht van deze tijd. Wie de mechanismen doorheeft, voelt zich machteloos tegenover het geweld van het neoliberalisme dat niets of niemand ontziet. Daarom pleit ik ervoor problemen te herleiden tot issues, tot een niveau waarop we iets kunnen betekenen. Economische ongelijkheid kan je bijvoorbeeld herleiden tot ongelijkheid binnen één domein, zoals het onderwijs.” “Vervolgens focus je op één vorm, zoals de onbetaalde schoolfacturen. Op dat vlak kan je als leraar, als schooldirectie, als onderwijsminister, als inrichtende macht actie ondernemen. Hetzelfde geldt voor de eenzaamheidsproblematiek. Ook in jouw buurt lijden mensen daaronder. Open je ogen en bekijk wat jij – hoe bescheiden ook – kan doen. Soms kan dat samen een koffie drinken zijn. Problemen vertalen naar issues is de enige manier om tot daden te komen, de machteloosheid en het cynisme te doorbreken en zo een bijdrage te leveren aan de grote wereldkwesties. Als we ons machteloos tonen, beïnvloeden we onze kinderen en kleinkinderen in die zin. Als zij ons hoopvol zien handelen, inspireren we hen tot verandering en verzet. Niet onze woorden, maar wat ze dagelijks zien, zal de volgende generaties vormen.”

U neemt het leven van Martin Luther King als leidraad voor uw betoog. Waarom?

“Het hoopvolle, geweldloze verzet van King is mijn grootste inspiratiebron. Belgische jongeren weten nauwelijks nog iets over hem, de best geïnformeerden kunnen nog net ‘I have a dream’ citeren. Verder reikt het niet. Ik wil met mijn boek de mateloze inspiratie belichten die van hem uitging, maar ik breng een andere King dan de softe Santa Claus-versie uit de mainstream media. De Amerikaanse dominee was geen doetje, hij maakte een radicale analyse van zijn samenleving. Hij zag heel helder dat economische ongelijkheid en armoede aan de basis lagen van allerlei andere problemen, zoals ziekte, zelfmoord, oorlog en milieurampen. Zijn boodschap van verzet blijft ongelooflijk actueel, want de ongelijkheid in de huidige wereld had King zich zelfs niet kunnen inbeelden. Dat vandaag acht mannen evenveel bezitten als de 3,6 miljard armste mensen, dat een ceo niet 25 maal – zoals in Kings tijd – maar duizenden keren het loon van zijn laagstbetaalde werknemer verdient, dat bedrijven als Amazon moderne slavernij toelaten… daar moeten we ons tegen verzetten, in naam van een grotere rechtvaardigheid.”

Is zo’n heldenverzet niet weggelegd voor de enkelingen, voor “heiligen” als King?

“We geloven steeds minder in onze eigen kracht. Ik begrijp dat, want wat op ons afkomt, is niet min. Maar ik zie zoveel voorbeelden van gewone mensen die krachtige dingen doen. De nadruk ligt vandaag te veel op succesvolle enkelingen, maar zij handelen niet alleen. Ik denk aan de priesters Fernand Maréchal in Zeebrugge en Daniël Alliët in Brussel – die het opnemen voor vluchtelingen – of aan de 21-jarige Portugese studente die het Brusselse Burgerplatform voor Steun aan de Vluchtelingen oprichtte, waardoor vandaag duizenden burgers migranten uit het Maximiliaanpark een onderdak geven voor de nacht. Ik denk aan de Engelse Abdul Durrant, die samen met een groep sociale activisten op de aandeelhoudersvergadering van zijn werkgever – een grote bank – zijn precaire financiële situatie aankaartte, waardoor in heel Engeland de UK living wage-campagne startte waarin zelfs de rechtse regering meeging. Denk aan de Montgomery bus boycott van King, waarbij 98 procent van de Afro-Amerikanen in 1955 een jaar lang de bus niet nam en aan carpooling deed, waarop de busmaatschappij de gescheiden zitplaatsen voor blank en zwart afschafte. Dat deed hij niet alleen, dat deden ze met duizenden! Van Rosa Parks, die in Birmingham haar buszitje niet wilde afstaan aan een blanke man, denken we vaak dat zij een oude, vermoeide dame was die geen zin had op te staan. In werkelijkheid werd haar actie maandenlang voorbereid, met steun van een grote groep medestanders. Alle genoemde voorbeelden konden hun daad van verzet stellen omdat ze ondersteund werden door zovele anderen. Die anonieme, kleine verzetsstrijders zijn de mensen die mij hoop geven: ik zag in kerkgemeenschappen tachtigers en negentigers die het vuur van hoopvolle actie uitdroegen. De kwestie is niet: is er hoop of niet, maar wel: ga jij deel worden van die actieve hoop en hoe ga je dat doen?”

Hoe blijft u vandaag hoopvol?

EPOU_18_De Kracht van Hoop.indd“Mijn wereld is niet anders dan die van verstokte cynici, maar het verschil met hen is dat ik de hoop rondom mij zie en mezelf ertoe aanzet ernaar op zoek te gaan. Ik bekijk uitingen van hoop niet als uitzonderingen. We worden bestookt met tegenvoorbeelden, de hoopgevende verhalen krijgen we niet te horen. Mijn boek staat er bol van, maar telkens stel ik vast dat lezers ze niet kennen. Het is zo jammer dat we elke dag horen dat er geen alternatieven zijn en dat mensen zich daarin schikken. De kerk van Zeebrugge of het Maximiliaanpark zie ik als plekken van hoop. Ik mijd ze niet. Wat de mensen daar brengt, is hoop op een beter leven. Diezelfde hoop stuwt de burgers voort die vluchtelingen onderdak geven of die een menselijke ketting tegen de politierazzia’s maken. Ruimten van hoop zijn soms de meest donkere plekken, zoals de gevangeniscel in Birmingham, van waaruit King zijn brieven schreef, of die van Nelson Mandela.

”U schrijft dat er een grote kracht kan uitgaan van kwaadheid. Hoezo?

“Kwaadheid is een startpunt: je wordt geconfronteerd met onrecht dat je terecht boos maakt. Het gaat niet altijd over grote wereldkwesties, maar ook over de eenzame begrafenis van een man die veertig jaar werkte, twintig jaar in een home verbleef en door slechts vijf personen ten grave wordt gedragen. Die kwaadheid of in sommige gevallen agressie heeft haar plaats en moeten we niet temperen met het verwijt dat het een negatieve emotie is. Net zoals een liefdevolle daad iets zegt over iemand, onthult ook kwaadheid veel over de mens en zijn realiteit. Maar die kwaadheid mag geen eindpunt zijn, anders leidt ze tot onmacht, verzuring of onverschilligheid. Ze moet in iets constructiefs omgezet worden. In De Kracht van hoop leg ik uit hoe dat werkt.”

Kan eigenbelang, net als woede, eveneens een legitieme drijfveer zijn om ongelijkheid te bestrijden? De what’s in it for me-gedachte kleurt veel campagnes die tot actie aanzetten.

“Het is typisch voor het westerse duale denken om eigenbelang en algemeen belang strikt te scheiden. De werkelijkheid is zoveel genuanceerder. Ik pleit voor een gezamenlijk eigenbelang. Als we willen dat zaken werkelijk veranderen, moeten we ook inspelen op het eigenbelang van mensen, want zo dragen zij bij tot het gemeenschappelijke belang. Ik ben bijvoorbeeld bekommerd om de veiligheid van mijn kind in mijn straat. Als ik actie onderneem, is die gestuurd door een vorm van eigenbelang, maar anderen delen diezelfde bezorgdheid voor hun kinderen. Zo kunnen wij samenwerken in het belang van de gemeenschap. Je ontdekt gauw dat velen dezelfde zorgen, dromen en hoop koesteren als jij. Dat is de gedroomde inspiratiebron voor politici. Wanneer zij in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen langsgaan bij de burgers, moeten ze polsen wat al dan niet goed werkt, die mensen laten uitspreken en vervolgens de vraag stellen wat zij zelf kunnen of willen betekenen. De politici moeten ook zeggen wat hun bijdrage zal zijn. Zo wijzen we burgers niet alleen op hun verantwoordelijkheid, maar laten we hen actoren worden van een gedeelde toekomst. We moeten mensen ondersteunen, maar hen tegelijk op hun kracht aanspreken. Het gaat om een gedeelde verantwoordelijkheid van politici, media, onderwijs, werkgevers en burgers, niet de ‘eigen verantwoordelijkheid’ uit het neoliberale discours.”

U vaart herhaaldelijk uit tegen de neoliberale wereldorde, die u de allergrootste boosdoener noemt. Kan hoop die politieke keuze bijsturen?

“Het neoliberale kapitalisme met zijn focus op eigenbelang, concurrentie, consumptie en winstmaximalisatie is zo dominant aanwezig in media, politiek en economie dat mensen denken dat dat het enige denkbare samenlevingsmodel is. Ik wil met een stevige theoretische en praktische analyse van hoop en liefde bestaansrecht geven aan een alternatieve wereldorde. Het neoliberalisme heeft geleid tot enorme ongelijkheid en vervolgens tot pessimisme, wanhoop en cynisme. Radicale besparingen in de zorg en privatiseringen met een focus op winst doden de solidariteit en sociale bekommernis. Is dat geen reden genoeg om het anders te proberen? Ik heb mezelf uitgedaagd de vraag niet uit de weg te gaan en een alternatief te formuleren. Hoewel niet rechts of links en allerminst partijgebonden, is die boodschap onvermijdelijk politiek. Hoe onze welvaart, onze pensioenen, onze zorg en ons onderwijs vorm krijgen, heeft te maken met politieke keuzes. Dat beseffen te weinig mensen. Omdat ze ontgoocheld zijn in de gang van zaken, keren ze de hele politiek de rug toe. Hoop is een concept waar politici mee aan de slag kunnen. Barack Obama deed het, maar kon zijn werk niet afmaken. Ook bij ons kunnen politici woorden van hoop omzetten in concrete maatregelen, naar het voorbeeld van zo veel burgerinitiatieven.”

Om uw visie uit te dragen, gaat u het gesprek niet uit de weg, getuige daarvan uw goed gevulde agenda en de talrijke media-optredens. U gelooft sterk in de opbouwende kracht van het gesprek.

“Ik ga graag in gesprek, maar wil niemand overtuigen, enkel een andere kijk bieden, tonen dat er alternatieven zijn. Een gesprek kan bron van hoop zijn omdat het een nieuwe wereld opent. Praten is samen iets opbouwen. Dat kan met gelijkgezinden – om je batterij op te laden –, maar ook met anderen. Omdat onze wereld steeds complexer en diverser wordt, moet wie een issue wil aankaarten, allianties aangaan met verschillende actoren en intersectoraal werken. Problemen hebben altijd meerdere facetten en het is op het kruispunt van die invalshoeken dat het antwoord ligt. Als een Turkse vrouw na een ongeval een lagere invaliditeitsvergoeding krijgt dan een blanke man, dan spelen huidskleur, geslacht, handicap en religie een discriminerende rol. Dat onrecht kan alleen intersectioneel worden aangepakt, maar het is niet altijd gemakkelijk die kruising van problematieken te zien.”

Welke rol kunnen kerken en religies spelen om die alternatieve wereldorde gestalte te geven?

“Onze samenleving heeft nood aan spiritualiteit, aan het inzicht dat er dingen zijn die belangrijker zijn dan het nieuwste paar Nikes. Ik voer in mijn werk een niet-aflatende strijd voor spiritualiteit als alternatief. Religies hebben daarbij een cruciale rol te vervullen. Paus Franciscus zet de toon, maar we zijn er nog niet. Ik zou graag hebben dat iedereen die zich religieus identificeert de oproep van King ter harte neemt: dat de kerk staat of valt met haar sociale rol. Ze is deel van de samenleving en mag zich er niet van afsluiten. Als niet uitsluitend Alliët en Maréchal opstaan, maar bisschoppen en kardinalen zich achter hen scharen, samen met duizenden gelovigen, dan kan dat het discours van de politieke partijen beïnvloeden. Ik wil graag samenwerken met die levende kerkgemeenschappen, want in essentie vertellen wij hetzelfde verhaal.”

Uit Tertio, 10 oktober 2018

Leave a comment