Bleri Lleshi bindt in zijn nieuwe boek ‘De neoliberale strafstaat’ de strijd aan met het onrecht dat vooral jonge mensen en uitgeslotenen ervaren. Dat onrecht is volgens de 32-jarige filosoof van de VUB te wijten aan het neoliberalisme dat mensen altijd verantwoordelijk maakt, verarmt en hen ook straft als ze niet meer mee kunnen. “Het huidige discours is ongelooflijk hard.”
Bleri Lleshi is een geëngageerde Brusselaar die zich al jaren bekommert om de jongeren in de stad. Die ervaringen verbindt hij in zijn nieuw boek, een aanklacht tegen het neoliberalisme.
Lleshi: “Een derde van de Brusselaars is jonger dan 25. Brussel is een van de jongste hoofdsteden van Europa, en als je weet dat al deze jonge mensen de toekomst zijn, dan kunnen we best zoveel mogelijk tijd en energie in hen steken. De afgelopen twintig jaar is Brussel er echter zwaar op achteruit gegaan. Een grote groep jonge mensen in deze stad heeft het moeilijk.”
“Velen onder hen haken dus af of zijn wantrouwig tegenover allerhande socio-culturele organisaties die hen zogezegd helpen. Die staan in hun ogen voor de staat, de staat die hen verwerpt.”
Waarom vertrouwden die jongeren u? Wat is er anders aan uw aanpak?
Lleshi: “We zijn er tegenwoordig zo van overtuigd dat jongeren hun uitzichtloze situatie alleen aan zichzelf te danken hebben, terwijl ze gewoonweg niet meer verantwoordelijkheid kunnen dragen omdat hun situatie precair is. Ik veeg hun eigen verantwoordelijkheid niet onder de mat, en in de mate van het mogelijke probeer ik hen ook te vertellen dat ze een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben. Als ze merken dat ik zoiets zeg vanuit een engagement, dan aanvaarden ze dat ook. Ik vertrek van de jongeren zelf en tracht een alterantief te bieden. Mijn visie is emancipatorisch, niet paternalistisch. Dat appreciëren ze.”
U bent er sterk van overtuigd dat sociale achterstelling meestal de schuld is van de samenleving. Legt u dat eens uit?
Lleshi: “Wat is het grootste probleem in Brussel? De sociale ongelijkheid. Dat zeg ik niet alleen, dat zeggen Brusselse politici en onderzoekers ook. Hoe groter de ongelijkheid, hoe groter de criminaliteit en de intolerantie.”
“Daarbij wordt de criminaliteit onder jongeren fel overdreven. Er is een kleine minderheid die over de schreef gaat. Dat is ook niet abnormaal. Tijdens je puberteit haal je streken uit. Op jonge leeftijd zijn vrienden het allerbelangrijkste en is de groepsdruk groot. Een jongeman alleen op straat fluit niet naar een vrouw, maar in groep wel, bijvoorbeeld. We moeten er bewust van zijn hoe groepen werken en welke sociale factoren er meespelen.”
“Een deel van de verantwoordelijkheid ligt bij jongeren, zeker, maar hoe antwoorden wij als samenleving? Hou er ook eens rekening mee in welke situatie vele ouders zitten. Meestal zijn die ouders – vaak alleenstaande moeders – laag opgeleid. En hoe lager het opleidingsniveau van de moeder, hoe minder kansen jongeren op school krijgen. Aan het eind van het middelbaar onderwijs heeft een leerling 95% kans om in het ASO te zitten als de moeder een universitair diploma heeft, en 80% kans om in het BSO te zitten als de moeder laag opgeleid is. Naast de ouders heeft het onderwijs een belangrijke taak, namelijk jongeren vormen tot goede burgers. Maar het onderwijs creëert ongelijkheid, en we gaan daar slecht mee om.”
“Als je van uit een autoritaire visie alleen op de problemen wijst, dan sluiten jongeren zich op in hun overtuiging, en dan worden de problemen erger. Zo nemen ze niet deel aan het openbare leven. Laissez-faire is geen optie, dat is te veel gebeurd. Soms moeten we de confrontatie aangaan. Alleen zo leren we van elkaar, en alleen zo kunnen we rekening met elkaar houden..”
Denkt de modale burger niet dat het allemaal wel goed komt met jongeren, los van de slogans?
Lleshi: “Ik kan u in ieder geval zeggen dat het discours voor jongeren ongelooflijk hard is. Mediatieke en politieke boodschappen liegen er niet om. Maar op wat is dat gebaseerd? Kennis van de stad? Nee, eerder op stereotiepen. Volgens die mensen zitten we met een verloren generatie, die ze liefst van al zouden ‘terugsturen’.”
Als oorzaak van dat denken wijst u naar het ‘neoliberalisme’. Maar we hebben nog altijd sociale voorzieningen, ook voor jongeren.
Lleshi: “Wij hebben nog een welvaartsstaat, dat klopt. Maar die wordt volop afgebouwd. Ook hier wordt er geprivatiseerd, en ook hier wordt er steeds meer nadruk gelegd op de eigen verantwoordelijkheid van individuen. Zo’n manier van denken levert ons als samenleving niets op. Kijk maar naar de cijfers: de armoede is de jongste twintig jaar gestegen in Brussel terwijl er meer welvaart is gecreëerd. 34% van de Brusselaars leeft in armoede. Dan kunnen we toch onmogelijk stellen dat het allemaal wel meevalt? Onze politici weten niet goed hoe ze daarmee moeten omgaan. Ze hebben in feite geen ideeën. Net dan komt de strafstaat in actie. Vroeger bestond er een consensus over de welvaartsstaat, die sociale schokken opving. Maar de welvaartsstaat wordt ontmanteld, en dus moeten armen en mensen die buiten de lijntjes kleuren ‘gestraft’ worden. Zo komen we in een totalitaire staat met veel armen terecht. Zo’n situatie moet onder controle gehouden worden, met cameratoezicht, met gevangenissen, met privatiseringen van politie en justitie en met GAS-boetes.”
Dat is toch ook in het nadeel van het kapitalisme zelf? Een samenleving waarin mensen onder de knoet worden gehouden creëert minder welvaart.
Lleshi: “Maar het kapitalisme is niet geïnteresseerd in voldoende welvaart voor iedereen, men wil net een zeer ongelijke samenleving. Vroeger werd winst in de samenleving geïnvesteerd, maar vandaag de dag vloeit die winst naar een kleine elite aandeelhouders en managers.”
Naar welk model grijpt u dan terug? Naar Karl Marx?
Lleshi: “Marx is slechts één denker die inzichten verschaft. Maar Marx alleen zal ons niet redden. Wat er moet komen weet ik als individu alleen ook niet, dat krijgt alleen vorm door samenwerking met anderen. Marx moet dus geactualiseerd worden. We zullen toch anders moeten nadenken over eigendom en werk. Werk is vandaag een last: er zijn heel veel mensen die niet graag werken. Waarom kunnen we dan niet praten over een dertig urenweek? Want nu werken we langer en moeten we flexibel zijn. Geef mensen toch ook eens wat ruimte om te leven. Of moeten we echt werken tot we doodvallen?”
Maar dan moet zoiets op wereldschaal worden ingevoerd, want anders worden samenlevingen nog steeds tegen elkaar uitgespeeld volgens wie de beste voordelen biedt.
Lleshi: “Dat is een dooddoener. Zo worden mensen gedemotiveerd en zal er niets veranderen. Maar goed, de welvaartsstaat moet inderdaad behouden worden op Europees niveau, anders heeft hij geen toekomst.”
Veel van uw discours lijkt ons PVDA-gëinspireerd?.
Lleshi: Ik ben links en PVDA is een lijknse partij, maar ik pin me niet vast op PVDA. Links dient het behoud en het versterken van de welvaartsstaat en van de sociale rechten terug op zijn agenda te zetten. Solidariteit is een links principe en moet dat blijven. Een tweede principe is dat van herverdeling. Wil links een project hebben om de ongelijkheid aan te pakken, dan zal dat via herverdeling moeten gebeuren.
“Het gekke is dat het grootste gedeelte van de neoliberale agenda werd uitgevoerd door sociaal-democraten als Tony Blair in het Verenigd Koninkrijk en Gerhard Schröder in Duitsland. De sociaal-democratie is bang geworden om in de welvaartsstaat te geloven. Ik begrijp dan eigenlijk ook niet meer hoe mensen voor een rechts programma kunnen stemmen als ze zien wat de verwoestende resultaten zijn van de besparingen in Griekenland of Spanje. Het besparingsbeleid heeft daar goed gewerkt. Voor de rijken.”
Interview // Christophe Degreef en Steven Van Garsse
© 2014 Brussel Deze Week
https://blerilleshi.wordpress.com
https://www.facebook.com/NeoliberaleStrafstaat
Twitter @blerilleshi
Reblogged this on Soulpelgrim's Blog.
Ik ben absoluut overtuigd dat een uitzichtloze situatie van mensen niet uitsluitend aan hunzelf te wijten is. En zeker bij jonge mensen niet. En met mij zijn steeds meer en meer Vlamingen daarvan overtuigd. Mij lijkt het ook de evidentie zelf. De situatie in Brussel kan anders zijn, maar in Antwerpen zie ik een duidelijke beweging in de juiste richting. Dat dat aan het neoliberalisme te wijten zou zijn, is iets anders. Want het ene neo-liberalisme is het ander niet. Ik denk dat de wijziging in manier van denken in Antwerpen dat duidelijk bewijst. Ik weet dat de algemene perceptie over Antwerpen (en zeker de perceptie van buitenaf over Antwerpen) anders is, maar ik zou spreken in Antwerpen van een nieuw neo-liberalisme dat totaal het omgekeerde is van het oude neo-liberalisme. En in Antwerpen is men zelfs de manier van doen ook aan het wijzigen. Bv. de gasboetes die niet neven het doel mogen schieten en zeker de jongeren niet verkeerdelijk mogen treffen. Het is een onderdeeltje van de totale mentaliteitswijziging die zich in Antwerpen aan het ontwikkelen is.
En deze mentaliteitswijzing is zowel bij de mensen als bij de overheid bezig. De positief-emancipatorische waarde van jeugd en de positieve ondersteuning van achtergestelden en minder-gegoeden zijn waarden die hoe langer hoe meer erkenning en bijval kennen. Men ziet hoe langer hoe meer in dat dit krachten zijn die niet alleen individuen maar uiteindelijk de hele maatschappij verbeteren. Deze mentaliteitswijziging zit nog maar in een pril begin en er is uiteraard nog veel werk aan de winkel. Maar het feit dat het Atnwerps bestuur er ook van overtuigd is, doet verdere hoop in erg hoge mate koesteren en doet veel verwachten. Een en ander zijn mede het gevolg van grondige bestudering van de socio-culturele samenleving.
Het is echter wel vreemd dat men zo lang heeft moeten wachten op zulke verandering in manier van denken en doen. Want eigenlijk is al heel lang bekend dat repressie en „autoritair zijn” geen goede leermeesters zijn. In de gezinnen doet men al heel lang niet meer aan autoritaire opvoeding. In de scholen ook al lang niet meer. Leraren weten al lang dat ze niet meer met de regel op de vingers van de leerlingen moeten kloppen en dat dat als een boemerang werkt. Ouders dulden al heel lang niet meer dat hun kinderen met alle zonden van de wereld beladen worden. Uitzonderingen zijn er altijd, maar de algemene mentaltieit van „wie schuld heeft moet gestraft worden” leeft niet meer in de wereld van het opvoeden van kinderen. Ook omdat men weet dat kinderen sowieso geen schuld kunnen hebben. Maar hetzelfde geldt natuurlijk ook voor volwassenen. Want kinderen worden ouder en worden stilaan volwassen. En dan is de opvoeding achter de rug, zou men denken. Niets is minder waar. Ieder mens blijft gedurende heel zijn leven zichzelf en anderen opvoeden. Al is het maar door na te denken of door met mekaar te spreken. Niet repressie, maar denken en communiceren zijn de sleutelwoorden voor elke goede manier van samenleven. Denken en communiceren vormen de basis van het opvoeden van zichzelf en van mekaar. Of we nu in een welvaarsstaat of een kapitalische staat leven of niet, dat verandert er echt niets aan.
Gezien deze toch wel diepgaande overtuigins- en mentaliteitswijzing, denk ik dat we toch een definitieve streep mogen trekken onder de manier van denken van Karl Marx. Wij leven in een samenleving waarvan de vormen nooit door Karl Marx in beschouwing zijn kunnen genomen worden. Karl Marx heeft uiteraard heel waardevolle bedenkingen, maar het huidige kader past dus totaal niet meer in deze bedenkingen. Bij gebrek aan de noodzakelijke toepasbare elementen, zijn in het nieuwe neo-liberalisme (van Antwerpen bv.) de bedenkingen en omschrijvingen van Karl Marx helemaal niet meer toepasbaar.
Op Europees en internationaal politiek niveau ligt het inderdaad nog steeds anders. Daar zitten we nog in het oude neo-liberale systeem. Men kan daar leren van het nieuwe neo-liberalisme (als dat dus zo zou kunnen genoemd worden) zoals zich dat bv. in Antwerpen aan het ontwikklen is. Waarom moet men er toch zo lang over doen om te beseffen dat straffen en al die repressieve maatregelen juist het omgekeerde effect hebben? En het maakt echt geen verschil uit of die toegepast worden op onze eigen kinderen, onze eigen stad, ons eigen land, ons eigen Europa of onze hele wereld.