Home

nathanic3abl-bovinOngeveer een jaar geleden schreef ik in het kader van het project ‘Brieven uit Brussel’ een bijdrage getiteld ‘Brussel behoort niet enkel de pendelaar toe’. De grote lijnen van de gedachtegang die ik daarin neerschreef kunnen opgesomd worden met het citaat: “Het is een conversatie van Vlaanderen met Vlaanderen over Brussel.”

Het nieuwe jaar gaat spijtig genoeg niet enkel gepaard met loze beloften die we drie dagen later toch terug vergeten zijn, maar ook met een heropleving van de vermoeiende polemiek over ‘s lands enige grootstad in onze media. Brussel en zijn grootstedelijke kantjes, een bewijs dat onze samenleving op de afgrond afstormt? Pars pro toto wordt om het jaar een buitengewone gebeurtenis exemplarisch voor een gefaald integratiebeleid en een samenleving die de controle over haar straten kwijt is. Mochten het deze maal bewijzen: de ‘Brusselaars’ die het ene na het andere opiniestuk op ons afvuurden; en dan gebruik ik het begrip ‘Brusselaar’ hier nog tamelijk gratuit. Vier maanden in Molenbeek, of zelfs vier maanden in Brussel-Stad volstaat om te weten waarover men spreekt.

Emojournalistiek

Zoals vaker het geval, was ook nu weer de aanleiding een voorval dat niet uitblinkt in zijn dagdagelijksheid. Stellen dat het enig licht doet schijnen over de problemen die de Brusselse samenleving kent, zegt meer over hij die het beweert, dan over Brussel. Akkoord, het was een geval van zinloos geweld dat niemand een ander toe kan wensen, maar meer dan het geweld, vallen de unieke omstandigheden op. Wat het werkelijk interessant maakte voor onze nationale media was uiteraard het feit dat het slachtoffer voor de lezers de rol van Kuifje kon vervullen. Een witte ruimte waarin ieder zich kan projecteren. We weten weinig van hem, buiten dat hij gitaar speelt, in een café werkt en vegetarische schotels kookt, maar herkenbaar zijn die zaken wel voor het lezerspubliek van De Morgen. Wie heeft er geen vriend of familielid die minstens één van deze kenmerken bezit? Je hoort haast de champagne ontkurken op sommige redacties. Vuur aan de lont was uiteraard niet het voorval zelf, maar het opiniestuk dat de huisgenoot van het slachtoffer lanceerde. Het is handig wanneer je connecties hebt in de media, en een emotionele oproep of twee, dat verkoopt wel. De goegemeente reageerde dan ook ontzet. In de lokale en nationale media leidde dit dan ook tot tragikomische berichten, zoals: Een week na de schietpartij blijven de reacties van politici binnenstromen. Wat men uiteraard droogweg kon vertalen naar: Een dag nadat we door de reacties op het opiniestuk begrepen hadden dat het kiespubliek dit verhaal wel kon smaken, voelde we ons verplicht te reageren!

Hip jong volk

Niet alleen onze politieke, journalistieke en opiniërende klasse vuurde opiniestukken op ons af. Nee, zelfs journalisten-in-spe kwamen met de meest banale interpretaties van het Brusselse uw ontbijt vergallen. Zo leerde u die woensdagochtend dat de Brusselaar een wantrouwig dier is dat, ondanks de aandoenlijke naïviteit en levensvreugde van de schrijver, vooral op zijn geld en welzijn belust was. Terug naar Leuven! Zo liet Pieter Van Laere weten, want na het vier maanden geprobeerd te hebben was hij aan het eind van zijn Latijn. Tragikomisch, maar vooral tragisch. Niet alleen de reacties blonken uit in naïviteit en karikaturen, ook de originele oproep stond bol van afgrijselijke uitspraken en denkpistes. Daarop kon uiteraard slechts zijdelings gereageerd worden, uit respect voor het slachtoffer, nietwaar? Zo leerden we vooral dat het slachtoffer anders was dan een gewoon slachtoffer (geen afrekening in het milieu, vult u zelf in), omdat hij blank was en samenwoonde met jong volk, volk dat wist wat hip was! Multiculturele jeugd daarenboven, dus verdenk hen maar niet van enig wantrouwen tegenover hun buren. Ik koop mijn brood bij de lokale middenstand, en ken zelfs de naam van mijn bakker. Verzuurd Vlaanderen 0, hip jong volk 1.

Na vier maand in Molenbeek en enige zijdelingse sympathie voor de exotische bevolking, voelde de schrijfster zich geroepen om “haar” straten terug op te eisen. De ondertoon van wij tegen zij moest je er maar bijnemen, het ging immers over een goede vriend van haar. Op de publieke omroep werden alle zeilen bijgezet en mocht Riadh Bahri komen uitleggen waarom het woord kutmarokkanen echt wel kan. Hij behoudt dan wel zijn krullen, het Uncle Tom-gehalte nam die avond in de buurt van Meiser wel speciale proporties aan. Moet het verbazen dat de uitspraken van Frederika, Pieter en Riadh onderwijl de Vlaams Belangfolders al sieren?

De Molenbekenaar die ‘s morgens De Morgen koopt en ‘s avonds Canvas kijkt

Mijnheer Bahri is uiteraard niet opgegroeid in Molenbeek, want dan had hij het aan de Reyerslaan waarschijnlijk wel kunnen schudden. Waarom bevonden deze schaapjes zich dan eigenlijk in Molenbeek? Omdat het goedkoop wonen is, mijnheer. Gentrificatie is een begrip dat sowieso te veel met ivoren-toren-links geassocieerd wordt om een deuk in het pakje boter van de publieke opinie te maken, maar het schitterde wel in zijn afwezigheid. Hip jong volk gaat in Molenbeek wonen omdat het betaalbaar is, en dat is het natuurlijk omdat het een gemeente is waar armoede, uitgestald of verdoken, alomtegenwoordig is. Verbeelden zij zich dat de bevolking daar als figuranten zit te wachten tot hun wijk, door enkele moedige pogingen en een hip restaurant yuppiegewijs tot paradijs omtovert? Enkele interessante pogingen van sommigen ten spijt, is dit nooit de kern van het ‘debat’ geworden. Enige vermelding van armoede dient blijkbaar ook gepaard te gaan met een clausule dat dit niets vergoelijkt. We willen ook weer niet te links overkomen, uiteraard. Bij deze. Want als er al oorzaken zijn voor de problematieken waar Molenbeek mee kampt, zijn zij ondergeschikt aan de oplossingen, waarbij repressie een hoofdrol opeist. We hoeven nu ook weer niet te dicht de leefwereld van de Molenbekenaar te naderen die ‘s avonds niet naar Canvas kijkt, en ‘s ochtends niet in de rij staat om de nieuwste De Morgen te kopen.

Zwijgt stil kind, wij spreken voor uw bestwil.

Men kon er moeilijk naast kijken: zij die voornamelijk in het plaatje voorkwamen in de Nederlandstalige media, waren allen een erg specifieke subsectie van de Molenbeekse bevolking. Het overgrote deel van de inwoners van Molenbeek die Nederlandsonkundig zijn en zeker zij voor wie middenklasse een verre droom is, krijgen zo haast het etiket irrelevant voor een werkelijk debat. Buurtbewoners of een Brussels politiek verantwoordelijke die niet de lakmoesproef van Vlaamsvriendelijkheid doorstaan, mogen knokken om zich in de kijker te werken. Blijft de vraag: levert een polemiek rond Molenbeek die de bevolking niet betrekt iets op? Het antwoord hierop moet categoriek nee zijn. Tussen de regels door lezen we dat de Molenbeekse bevolking dit soort voorvallen normaal vindt, en dat zij als een passieve kudde door de Vlaamse herdershond het juiste pad dient opgeduwd te worden. Zwijgt stil kind, wij spreken voor uw bestwil.

Proef op de som genomen, vroeg ik de voorbije week mijn collega’s en leerlingen dan ook over de schietpartij en de reacties hierop in de media. Normaal vonden ze het niet; uiteraard hadden ze bedenkingen en meningen over de veiligheid in Brussel, en opvallend genoeg: van een polemiek hadden ze geen weet. Bedenkingen bij de betekenis van het woord ‘allochtoon’, dat wel. Wat vooral naar voren kwam, was dat dit debat en het onderwerp ervan, namelijk Brussel en in het bijzonder Molenbeek, grotendeels voorbij was gesneld. Een debat waarbij de bevolking amper bij betrokken wordt, op enkele vertegenwoordigers van een geprivilegieerde bevolkingsgroep na, is een polemiek in het ijle. Zo komen we dan ook weer bij de stelling die ik een jaar terug lanceerde bij het begin van deze reeks: het gaat hier in wezen weer over een debat van Vlaanderen, met Vlaanderen, over Brussel. Brussel is en blijft echter geen olievlek waarop enkele Vlaamse vogels dobberen. Het zou ons dan ook allen goed doen om op z’n minst zij die het onderwerp zijn van de zin, er ook een woordje in te gunnen.

Nathaniël Bovin is columnist en geeft les in het Franstalig onderwijs in Brussel. Zijn column De Façadeklacher verschijnt maandelijks op Bleri Lleshi’s blog.

http://nbovin.wordpress.com

Twitter @nbovin

Volg de columns op

https://blerilleshi.wordpress.com

https://www.facebook.com/Bleri.Lleshi

@blerilleshi

One thought on “De Façadeklacher // Narcissus in Brussel: jong, Nederlandstalig en belangrijk!

  1. Fijn om echte kritische mensen te lezen, al heb ik met Brussel niets vandoen, het zou in andere debatten meerdere partijen sieren …..

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s