Als Nederlandstalige inwijkeling in Brussel wordt me vaak de vraag gesteld waarom ik voor Brussel gekozen heb. De vraag hoe het leven in Brussel verloopt wordt me echter opvallend minder gesteld.
Daarover heeft iedereen al een uitgelijnd idee. In België heeft haast iedereen een mening over Brussel, ongeacht of men er ook komt. Een mening over het Brussels bestuur, over de Brusselse politiek en over de Brusselse maatschappelijke problemen en grappig genoeg ook over de Brusselse bevolking. Zelfs zij die van Brussel enkel de perrons van Noord en Zuid kennen, kunnen met de grootste autoriteit spreken over de manier waarop de Brusselse maatschappelijke kwalen moeten worden opgelost. Dat weet immers iedereen: de gemeenten fuseren, de baronieën van de PS-burgemeesters breken en meer blauw op straat. Dit liefst gepaard met een ludiek protest of twee. De macho’s van Molenbeek, Schaarbeek en Kuregem moet maar eens leren in het gareel te lopen. Op ludieke Vlaamse wijze weet men nog het voorstel voor een dorpsfeest of twee er in te werken, kwestie van onze mening over gaybashing, vrouwen lastigvallen en criminaliteit te ventileren. Als de Brusselse bevolking maar hard genoeg wilt, zo lijkt men te zeggen, dan kan het morgen verleden tijd zijn.
Laatst hoorde ik een puber op de trein Schaarbeek aan zijn moeder omschrijven als armoede, allochtonen en criminaliteit. Of de jongen in kwestie al in Schaarbeek geweest was wist ik niet, maar het waren wel de trefwoorden die ik het vaakst hoor in gesprekken over Schaarbeek en bij uitbreiding Brussel. Dat Schaarbeek groter is dan enkele verloederde straten rond het Noord komt bij velen als een verrassing. Gevraagd wie de allochtonen zijn waar men het over heeft, weten mijn gesprekspartners me vaak weinig duiding te geven, buiten enkele karikaturale afbeeldingen die met het Schaarbeeks straatbeeld weinig uitstaans hebben. De vuile en gewelddadige kanten welke een grootstad tekent, worden opgeklopt tot het karikaturale zodat ik de stad in de krant haast niet kan rijmen met de stad waarin ik woon. Idem dito voor de Brusselse politiek.
Hoeveel stukken heeft u niet gelezen over Thielemans en Moureaux, terwijl Brussel negentien burgemeesters rijk is? De PS-almacht die Brussel zou kenmerken blijkt in de praktijk kleiner dan gedacht, maar blijft in de krantenkoppen alleenheerser. Als er zo op gehamerd wordt, is het niet verwonderlijk dat men mij regelmatig aanspreekt over het beleid van Thielemans en de uitspraken van Moureaux. Over Bernard Clerfayt, burgemeester van Schaarbeek, moet ik echter nooit spontaan uitweiden. Hij past natuurlijk niet naadloos in het narratief van de door de PS gedomineerde achterstandswijken.
De prioriteiten die Vlaanderen voor Brussel stelt, gaan echter ook vaak niet de Brusselaar, maar de pendelaar aan. Een groot deel van de Brusselse bevolking wordt niet tot onze gemeenschap gerekend, en is daardoor haast onzichtbaar in onze media. Hoewel ze deel uit maken van onze samenleving, blijven ze steeds buitenstaander. Niet de levenskwaliteit van de Brusselaar, maar de veiligheid van de pendelaar staat voorop. De Brusselse PS, de minimaliserende cultuurelite en de allochtone gemeenschap worden gevraagd zich verantwoorden voor de daders. De verontwaardiging eist verontschuldigingen, maar deze dienen te worden uitgesproken tegenover de Vlaamse publieke opinie, tegenover zij die zich het verst van Brussel houden.
Dit is uiteindelijk ook wat Moureaux in Vlaanderen het hardst werd aangerekend, niet zijn beleid, maar zijn weigering om een knieval te doen voor een publieke opinie waarvan het merendeel Molenbeek enkel van tv-beelden kent. Wat er zich in de Brusselse wijken afspeelt is vaak enkel van tel als het een weerslag heeft op de leefwereld van de Vlaamse middenklasse en de werkdag van de pendelaar verstoort.
In dit hele verhaal valt ook op dat structurele oorzaken naar de kant worden verwezen en vervangen door morele imperatieven en karaktervorming. Spijtig genoeg sluit dit enkel aan bij een beleving van Brussel die ik haast enkel terugvind op enkele eilanden tussen de Dansaertstraat en de Vlaamsesteenweg. Men houdt geen conversatie met de Brusselse bevolking, noch met de Brusselse politici. Het is een conversatie van Vlaanderen met Vlaanderen over Brussel.
Brussel is echter niet gescheiden van Vlaanderen, maar maakt wel degelijk deel uit van een maatschappelijk continuüm dat niet aan de gewestgrenzen stopt. Een halsstarrige weigering om in Brussel iets anders te zien dan een olievlek waarop enkele Vlaamse vogels dobberen, zal niet verhinderen dat ook de rest van onze samenleving zal blijven geconfronteerd worden met Brussel als naam voor een bredere problematiek. De grote tragedie is dat men in Vlaanderen niet met de Brusselse bevolking wil praten, maar over de Brusselse bevolking. Niet over sociale mechanismen, maar individuele en collectieve misstappen. De verschillen worden benadrukt en veroordeeld. Zolang men denkt problemen op te lossen door enkel met de vinger te zwaaien en op een stiefmoederlijke toon de ander terecht te wijzen, zal een dergelijke monoloog op dovemansoren vallen.
Indien we een deel van de bevolking niet accepteren als integraal deel van onze samenleving, kunnen we enkel met onszelf blijven praten. We weten wat de meningen van de Vlaamse opiniemakers over Brussel zijn, maar weten deze wel wat er leeft in de Brusselse achterstandswijken? Zijn we bereid om deze wijken als integraal deel van onze samenleving te aanvaarden? Nemen zij die het luidst roepen over Brussel er ook verantwoordelijkheid voor op? Brussel is immers meer dan zijn pendelaars, zelfs als men dat in de rand soms vergeet.
Nathaniël Bovin is Brusselaar
In de reeks >>Brieven uit Brussel<<
::Dochter van een zandneger van Danira Boukhriss Terkessidis ::
https://blerilleshi.wordpress.com/2012/12/10/dochter-van-een-zandneger
::::: De Vlaamse bril van Ibrahim Üçkuyulu:::::
https://blerilleshi.wordpress.com/2012/12/04/de-vlaamse-bril
:::::Verontwaardigd van Rabia Uslu :::::::
https://blerilleshi.wordpress.com/2012/11/27/verontwaardigd
Volg de reeks op
https://blerilleshi.wordpress.com/
Beste,
Ik ben zelf een pendelaar. Veel van wat u hier schrijft klopt. Ik wil echter meegeven dat er pendelaars zijn die naar manieren zoeken om iets te betekenen in de stad.
Raak!
Pràchtig artikel en inderdaad zeer raak! Een bedankje graag aan Tim, wat hij zegt klopt òòk, maar komt evenmin in de krant 😉
Pingback: Tussenin « Bleri Lleshi's Blog
Pingback: Durven kijken naar Brussel « Bleri Lleshi's Blog
Pingback: Blinde onverschilligheid « Bleri Lleshi's Blog
Pingback: Eéntalig in een anderstalige omgeving « Bleri Lleshi's Blog
Pingback: Geïntegreerd ondanks mezelf | Bleri Lleshi's Blog
Pingback: Kansen krijgen is goed, ze grijpen is beter | Bleri Lleshi's Blog
Pingback: Een stad die inspireert | Bleri Lleshi's Blog
Pingback: Brussel fascineert | Bleri Lleshi's Blog
Pingback: Mijn stinkende grote liefde | Bleri Lleshi's Blog
Pingback: De kracht van taal | Bleri Lleshi's Blog
Pingback: Ismaël, de Ivoriaan | Bleri Lleshi's Blog
Pingback: Gezocht: solidariteit | Bleri Lleshi's Blog
Pingback: De wil en vastberadenheid | Bleri Lleshi's Blog