Geachte collega, geachte confrater De Block,
Bij deze wil ik u wijzen op enkele artikelen binnen de code van geneeskundige plichtenleer.
Artikel 3 in hoofdstuk II van de algemene bepalingen wijst elke collega op het feit dat geneeskunde een “bij uitstek menslievende opdracht” is, of een arts nu in functie is of niet. Verder wordt gesteld dat de “menselijke persoon steeds eerbiedigd moet worden”. Artikel 8 van hetzelfde hoofdstuk wijst op onze “sociale plicht tegenover de gemeenschap”, waar men gemeenschap als mondiaal mag beschouwen, niet enkel nationaal, provinciaal of dorpelijk. Sterker nog, het volgende artikel 9 stelt dat “de geneesheer ervoor moet waken, zelfs buiten zijn beroepsactiviteiten, geen daden te stellen die de eer of de waardigheid van het beroep zouden kunnen schaden”.
U heeft niet voorkomen, terwijl u wel die kans had, dat een geïntegreerde en met zijn leven bedreigde jongeman gedeporteerd werd naar een zwaar door oorlog en onveiligheid getroffen land en stad. Dit is mijn insziens niet in overeenstemming met de hierboven vermelde bepalingen. Voornamelijk de eer en waardigheid van ons beroep werd door u geschaad en uw beslissing om niet tussen te komen is eigenlijk arts–onwaardig.
Het feit dat u minister bent ontheft u niet van uw sociale plicht als arts. U kan het kwaad dat geschied is nog ongedaan maken.
Vriendelijke groeten,
Wouter Arrazola de Oñate
Arts – onderzoeker
foto Arnold Herrewegh
Zie ook
https://www.facebook.com/Action4Parwais
https://blerilleshi.wordpress.com
https://www.facebook.com/Bleri.Lleshi
twitter @blerilleshi